Geheimen van het tuinhuis

Rihana Jamaludin, 2021
Geschreven door Michiel van Kempen

Rihana Jamaludin, geboren in Paramaribo in 1959, is een in Nederland wonende kunstenares en schrijfster van Surinaams-Hindostaanse afkomst. Zij schreef romans voor volwassenen als De Zwarte Lord (2009) en Kuis (2011), maar ook young adult-boeken als Luchtdanser, dat in 2016 als e-book verscheen en gaat over freerunners met verschillende culturele achtergronden. Geheimen van het tuinhuis werd in 2021 uitgegeven door Blossom Books als boek en e-book.

Tieners van kleur

Geheimen van het tuinhuis is een historische roman die zich afspeelt in 1870, dus ná de afschaffing van de slavernij, in het industrialiserende Suriname. Hoofdrolspeelsters zijn de meisjes Josephine en Alexandra Belgrave, of kortweg Jo en Alex, die tot de gegoede stand van de stad Paramaribo behoren, maar die wel een verschillende huidskleur hebben. Dit laatste was erg belangrijk in het laatkoloniale Suriname: zij behoren net niet tot de ‘echte élite’, in het boek aangeduid als de ‘blanke meisjes van de Fransche Klas’. Een fragment:

‘Oma Belgrave was slavin geweest, ze was de huishoudster van de baron toen die nog planter was in Suriname. Toen Philip de Lindau later terugging naar Nederland om daar te trouwen met een door zijn ouders uitgekozen bruid, kocht hij zijn Surinaamse gezin vrij en zorgde ervoor dat de kleine Henri en zijn moeder een jaarlijkse toelage kregen. 
Alex wist dat hun situatie niet uitzonderlijk was. Integendeel, het was zelfs gebruikelijk dat Nederlandse ambtenaren, Europese planters en kolonisten tijdelijk een Surinaamse vrouw namen met wie ze vaak ook kinderen kregen. Minder gebruikelijk was het dat er na de terugkeer van de vader naar Holland ook voor die kinderen gezorgd werd. Alleen de rijken konden dat.
Zo was er in de loop van de eeuwen een gekleurde elite ontstaan van halfbloed kinderen, die in Nederland hadden kunnen studeren en die bij terugkeer in Suriname een goede positie kregen. Er waren al gekleurde ambtenaren, artsen, advocaten en onderwijzeressen.’ (p. 31-32)

Jo en Alex zijn bijdehante tieners die hun dialogen graag doorspekken met Engelse uitdrukkingen. Er wordt wat geflirt in de salons van Paramaribo, maar het avontuur komt pas goed op gang wanneer de twee jongedames voor de vakantietijd verkassen naar het district Commewijne. Daar ontmoeten zij Ernst Martzil, die het hulpje is van Eduard van Beek, een Nederlander die lang in India gewoond en gewerkt heeft en nu kansen ziet in Suriname. Hij komt samen met zijn geliefde Jind Kaur en zijn bediende Babu Banjeet met de boot aan in Paramaribo. Met hen doet dus de vroegste Hindostaanse aanwezigheid in Suriname haar intrede, want de Hindostanen (de Brits-Indiërs) kwamen pas in groten getale in 1873 naar Suriname, tien jaar na de afschaffing van de slavernij in 1863. De Sikh en zijn vrouw spelen overigens geen grote rol in het boek.

Plantage-assistent Ernst doet dat wel: hij is gefascineerd door alles wat techniek te maken heeft en is bezig in een oud tuinhuis in het geheim een stoomfiets te ontwikkelen. Alexandra is er direct door gegrepen, wordt zijn hulpje en onttrekt zich daarmee aan het meisjesgetut dat haar stadsmilieu haar zo graag wil opdringen. Jo daarentegen ziet niets in techniek, zij is traditioneler en is tevreden met haar genderhokje.

De spanning in het verhaal wordt opgevoerd met een heuse wedstrijd tussen roeiers, paard-en-wagen en stoomfiets, maar vooral wanneer enkele schurkachtige Amerikanen ten tonele verschijnen die zich maar wat graag van de nieuwe uitvinding willen meester maken.

Volwassen jeugdboek

Geheimen van het tuinhuis is een volwassen jeugdboek, een boek waarin de jonge lezers niet worden lastiggevallen met de flauwiteiten en kinderachtigheden waarmee kinderen van boven twaalf ook niet langer lastiggevallen willen worden. Rihana Jamaludin schrijft in een mooi en verzorgd Nederlands met een fraaie Surinaamse taalkleuring en zij bouwt een prima plot op. Zij doseert de historische informatie goed en vergeet niet dat zij geen geschiedenisboek maar een literair boek aan het schrijven is.

De verhouding tussen historische werkelijkheid en fictie in een roman luistert altijd nauw. Een roman moet getrouw zijn aan de historische werkelijkheid, maar de auteur heeft de vrijheid om bepaalde zaken in te vullen of aan te vullen. Rihana Jamaludin bereidt haar boeken altijd voor met schriftjes waarin zij plaatjes plakt, aantekeningen maakt en schema’s en tekeningen ontwerpt. Haar roman De Zwarte Lord ging over de tijd van de slavernij, maar Geheimen van het tuinhuis gaat over de tijd ná de slavernij, de tweede helft van de negentiende eeuw, een tijd die minder ‘spectaculair’ was en waarover minder geschreven is. Jamaludin laat zien dat dat uiteindelijk niets hoeft uit te maken. De schrijfster zei daarover: ‘Ik ben gewoon gek op die tijd en lees graag boeken van onder meer Jane Austen en Charles Dickens. Bovendien is er uit die tijd weinig literatuur over Suriname. In feite kennen we alleen verslagen van predikanten of van bijvoorbeeld de Schotse officier Stedman, bekend van de afbeelding van de slaaf die aan een pikhaak hangt. De slaven hadden in die tijd nauwelijks gelegenheid voor onderwijs. Dat was voorbehouden aan de nakomelingen, maar dan zitten we onderhand in de twintigste eeuw.’

De uitvinder van de schoenmachine

Zij kiest tot uitgangspunt de vroegste jaren van Martzil, waarmee de historische persoon wordt getekend van Jan Ernst Matzeliger (1852-1889). Hij was een Surinamer die al vroeg naar de Verenigde Staten trok en daar de uitvinder werd van de schoenzwikmachine, die een grote stap vooruit betekende bij de schoenfabricage: onderzool en bovenzool hoefden niet langer handmatig aan elkaar gestikt te worden. Hij wordt pas in hoofdstuk 15 geïntroduceerd. De meisjes zijn gaan spelen in het water en hebben hun kleren in het tuinhuis gelaten:

‘’t Is zo donker daar…’ Toen drong opeens iets tot Alex door. Het gefluit was opgehouden. En ook het getimmer klonk niet meer. Vlug keek ze achterom. Jo slaakte een kreet. Er stond een jonge kleurling op enige afstand van hen. Hij was in hemdsmouwen en in zijn hand hield hij een hamer. De meisjes sprongen overeind.
Toen bedachten ze weer dat ze in hun ondergoed waren. Met de handen gekruist voor de borst snauwde Alex hem toe: ‘Geef onze kleren terug.’’ (p. 123-124)

Mooi is ook dat Jamaludin met de boevenrol voor de Amerikanen al vooruitwijst naar hoe de Amerikaanse kapitalisten er vandoor zouden gaan met veel Zuid-Amerikaanse voortbrengselen. Denk maar aan twintigste-eeuwse bedrijven als United Fruit, American Tobacco Company en de Alcoa.

Een goed jeugdboek vraagt van een auteur evenveel als een roman voor volwassenen. Binnen de Surinaamse literatuur zijn er wel veel kinderboeken geschreven, maar erg weinig young adult-romans: Thea Doelwijt (Wajono), Ismene Krishnadath (Veren voor de piai), Cynthia Mc Leod (No kwik in ons bos) en Henna Goudzand Nahar (De Bonistraat en Suikerland). Alleen al om die reden was Jamaludins Geheimen van het tuinhuis een zeer welkome uitgave.

Geheimen van het Tuinhuis - booktrailer

Booktrailer van de historische young adult-roman Geheimen van het Tuinhuis van Rihana Jamaludin, uitgeverij Blossom Books. 

CulTuur - Rihana Jamaludin

Rihana Jamaludin begon haar artistieke carrière in Paramaribo, waar ze opgroeide en uiteindelijk docent tekenen werd. Toen ze naar Nederland kwam, gooide ze het over een andere boeg. Eerst als beeldend kunstenaar, later pakte ze de pen op en richtte ze zich op het schrijven. Inmiddels heeft Jamaludin al een aantal boeken op haar naam staan, waarin haar Surinaamse roots ook duidelijk naar voren komen.