Ismene Krishnadath

Voorvechtster van een Surinaamse identiteit
Paramaribo, 25 januari 1956
Geschreven door Joke Gerritsen

Bijdragen aan de vorming van een Surinaamse identiteit is wat Ismene Krishnadath altijd voor ogen heeft gestaan. Samen met andere Surinaamse auteurs wilde zij kinderen leren het eigene te waarderen. Zelf bracht zij haar jeugd afwisselend door in Suriname en Nederland.

Ismene Krishnadath woonde van haar zesde tot haar twaalfde in Utrecht. In Paramaribo ging ze naar de MULO en de Algemene Middelbare School. Daarna studeerde ze onderwijskunde in Utrecht. In ‘79 keerde ze voorgoed terug naar Suriname, dat in 1975 onafhankelijk was geworden. Een Nederlandse enclave in Zuid-Amerika, al worden er meer dan twintig talen gesproken.

Een drijvende kracht in de literaire wereld van haar land

In de fantasievolle verhalen die uit Krishnadaths pen vloeiden kunnen Surinaamse kinderen zich herkennen. Andere kinderen trouwens ook, haar verhalen lijken in de wereld van vandaag aan actualiteit te winnen. Maar het waren niet alleen verbeeldingskracht en een soepele pen die de auteur tot een drijvende kracht in het literaire leven van haar land maakten. Organisatietalent en voortvarendheid speelden ook mee. In haar rol als voorzitter van Schrijversgroep ’77 heeft ze sinds 2003 structuur gegeven aan een veelheid van activiteiten die literaire leefruimte boden aan vogels van zeer verschillende pluimage. In die literaire biotoop waren niet alleen de literaire verschillen groot maar ook de politieke tegenstellingen. Om te voorkomen dat de groep uit elkaar zou spatten werden binnen S’77 geen politieke issues toegelaten.

Uitgeefactiviteiten

In ‘89 startte ze een uitgeverij en bureau voor grafische opdrachten, Publishing Services Suriname, en een uitgeverij voor kleine kinderen, Lees mee... . De kwaliteit van die fragiele uitgaven in eigen beheer kon zich vaak in de verste verte niet meten met die van de bij Nederlandse uitgevers verschenen kinderboeken. Maar die Hollandse boeken gingen over kinderen die niet leken op de kinderen in Suriname. Daarom bleven Surinaamse auteurs doorgaan met hun uitgeefactiviteiten, ook onder hachelijke economische omstandigheden, bij inflatie, papiergebrek en andere ellende. En voor wie er oog voor heeft, hebben achteraf gezien sommige van de beter gedrukte boekjes ook voor buitenstaanders iets buitengewoon aantrekkelijks: een onmiskenbaar eigen Surinaamse sfeer.

Boeken kunnen nieuwe werelden openen en zijn voor kinderen een spiegel om in te verdwijnen, doordat ze zich identificeren met de personages. Maar Ismene Krishnadath en haar collega’s wilden dat Surinaamse kinderen ook zichzelf konden terugvinden in die spiegel.

In 1989 verscheen Krishnadaths debuut De flaporen van Amar (met illustraties van Gerold Slijngard) bij haar eigen uitgeverij. Drie grappige en gelaagde korte verhalen waarin traditionele en eigentijdse elementen zijn vermengd. Meer kinderboeken volgden. Dierenverhalen als Bruine bonen en zoutvlees (1992) en eigentijdse sprookjes, zoals het kleine charmante De groene fles (1997). En een kook- en leesboek voor kinderen (Kook mee, 2006). Voor de oudere jeugd was er in 2004 ook een boek in science-fictionachtige sfeer verschenen, De Legende van Çakuntela van het Groene Continent, met personages die zich in futuristische ruimtevoertuigen in een planetenstelsel bewegen. Vanwege de seksscènes werd dit boek niet door iedereen geschikt geacht voor middelbare scholieren. Maar het ging de auteur zelf juist wel om die doelgroep. Voor volwassenen schreef ze, naast enkele onderwijskundige boeken, de roman Lijnen van liefde (1994), Welkom vreemdeling en andere verhalen (2009) en Een handvol liefdesverhalen (2011), ook geschikt voor jongeren.

Bekroningen

Krishnadath werd in Suriname meerdere malen bekroond voor haar werk. Voor haar inzet voor het literaire leven in Suriname kreeg ze in 2011 bijvoorbeeld de Henri Frans de Ziel Cultuurprijs. (De Ziel is de dichter Trefossa en auteur van het Surinaamse volkslied.) Maar bovenal is Ismene Krishnadath de enige Surinaamse schrijver aan wie ooit de Staatsprijs voor Jeugdliteratuur werd uitgereikt. Dat gebeurde in 1993 (voor de periode 1989-1991) voor haar boek Nieuwe streken van koniman Anansi (1989). In Nederland heeft ze als schrijfster nooit echt naam gemaakt. Achter de schermen (en soms ook ervóór) telt ze mee als deelnemer aan festivals en conferenties, als panel- of jurylid. 

Veren voor de Piai

Behalve een herdruk van De opdracht van Fodewroko (2001) door het Tropeninstituut in Amsterdam, is van Krishnadath geen oorspronkelijk werk in Nederland of Vlaanderen verschenen. Dat is jammer voor boeken die een breder lezerspubliek zouden verdienen. Zoals het prachtige Veren voor de Piai (1992). Dit toegankelijke maar ook spannende en tegelijkertijd sprookjesachtige boek speelt rond 1680. Het gaat over een inheemse tweeling, broer en zus, die aanvankelijk niet beseffen dat er andere soorten mensen bestaan dan zijzelf. Tot ze, buiten de grenzen van hun dorp, in een andere wereld terechtkomen. Ze ontmoeten Marrons en krijgen te maken met witte plantagebezitters. Het verhaal zit dicht op de huid van de twee kinderen, maar wordt bijna ongemerkt vanuit verschillende personages verteld. Af en toe ook vanuit dat van een slavenhouder. Krishnadath plaatst haar vertelling heel precies in de tijd. Met enkele historische feiten als uitgangspunt creëert ze een boeiend, tijdloos verhaal dat, stukjes gedeeld verleden verrassend inzichtelijk maakt. In onze geglobaliseerde wereld vol opvlammende identiteitsvragen is een verhaal als Veren voor de Piai actueler dan ooit.

Boekenportaal Suriname

Dankzij het initiatief ‘Boekenportaal Suriname’ bestaat tegenwoordig de mogelijkheid om boeken van Ismene Krishnadath en een aantal andere Surinaamse (kinderboeken)schrijvers bij de Nederlandse en Vlaamse boekhandel te bestellen.