Chesley Rach
Chesley Rach werd geboren op Curaçao, maar zijn vader was afkomstig van Suriname en zijn moeder van Trinidad. Na de middelbare school studeerde hij aan de TU Delft, waar hij in 1977 als stedenbouwkundig ingenieur afstudeerde. Terug op zijn geboorte-eiland kreeg hij een functie bij de dienst Ruimtelijke Ontwikkeling en Volkshuisvesting. Vanaf 1987 werkte hij in Nederland bij de gemeenten Den Haag, Rotterdam en Amsterdam-Zuidoost aan diverse projecten in de ruimtelijke sector. Sinds zijn pensionering in 2018 woont hij weer op Curaçao.
Chesley Rach publiceerde drie romans, De terugkeer van Ricardo Bonifacio (2016), Het wonder van Santa Clara (2018) en Het huis van de dans (2022). De auteur schildert ook en verzorgde zelf de omslagen van zijn drie romans.
‘Homecoming’
Ricardo Bonifacio, de hoofdpersoon uit de eerste roman, is op Curaçao geboren en opgegroeid. Hij gaat tegen de wil van zijn ouders studeren in Nederland waar hij na zijn afstuderen blijft wonen en daar een bekend hoogleraar sociologie wordt.
Dit romandebuut is in essentie een verslag van een thuiskomst. Als hij in Nederland de jonge vrouw Marlies ontmoet, leidt dat tot een relatie. Hij vergezelt haar als ‘adviseur’ van haar Nederlandse filmploeg die het belangrijke jaarlijkse carnaval op het eiland gaat filmen: ‘Het Carnaval is voorbij’. Dat veroorzaakt bij Ricardo een stortvloed van gevoelens en herinneringen aan zijn eiland van geboorte en de familie. Persoonlijke ontwikkelingen brengen hem in de war, met grote onzekerheid. Hij blijkt buitenstaander in eigen land geworden. Maar dan komt hij tot een definitief besluit. Hij neemt ontslag als hoogleraar en kiest op zijn eiland van geboorte voor het ambacht van zijn inmiddels overleden vader, die een vakkundig en beroemd meubelmaker was: hij kiest voor ‘kunde’ in plaats van ‘kennis’, hij is terug in zijn ‘land van herkomst’.
Vergeving en vergelding, liefde en haat
Het wonder van Santa Clara is heel anders dan het debuut door inhoud, setting en vooral ook stijl. De ik-verteller, Tom, geeft als bekend journalist uit New York een verslag van wonderlijke genezingen die in het Mexicaanse Santa Clara hebben plaatsgevonden. Santa Clara is een verstild dorpje dat ooit bloeide door de zilvermijnen, maar toen die uitgeput raakten sterk achteruitging. Dan gebeurt er een wonder. Als het dorp geteisterd wordt door langdurige droogte waaraan tenslotte door hevige onweersbuien en regen een einde komt, kijkt de jonge man Salvador per ongeluk bij een blikseminslag in een onbedekte spiegel. Het niet bedekken van een spiegel bij donder en bliksem roept volgens het volksgeloof onherroepelijk problemen op, maar in dit geval keert het zich ten goede, want het is het begin van de genezingskracht die Salvador blijkt te hebben.
Op haar sterfbed waarschuwt zijn grootmoeder hem: “Er is iets met je gebeurd. Ik kan het zien. Het is een groot geschenk. Wees er voorzichtig mee.”
Die geneeskracht van Salvador roept de felle jaloezie op van de plaatselijke kwakzalver ‘El Bruho’ en de pastoor, die beiden hun invloed op de bevolking zien verdwijnen. Salvador wordt op hun aanstichten door de dorpelingen de dood ingedreven. Met de dood van de genezer zinkt het dorp weer weg in zijn lethargie.
Het wonder van Santa Clara is een roman van intertekstualiteit met tal van verwijzingen naar de Bijbel. Het hoofdpersonage Salvador is een altruïstische heiland die door handoplegging de mensen helpt, maar die door een Judas verraden wordt. Vervolgens wordt hij door de dorpelingen, opgezweept door de egoïstische pastoor, vermoord, als die hem dwingen over het water van de rivier te lopen.
Maria Dolores, de moeder van Salvador, neemt uit verdriet en woede verschrikkelijk wraak en verwoest het dorp met haar gebeden die bliksem en aardbevingen oproepen. De schuldige mensen die de zoon de dood hebben ingejaagd maakt ze met haar gebeden ongeneeslijk ziek. Maar ze wordt zelf ook slachtoffer, want wraak blijkt zelfdestructief: “vergeving is beter dan vergelding en liefde beter dan haat. Misschien was het Gods bedoeling om dit simpele feit weer eens te benadrukken.” Het ultieme thema in het verhaal is de theodicee, ‘de rechtvaardiging van God, de verdediging van de Voorzienigheid ten opzichte van het in de wereld bestaande kwaad’ en de kracht van het gebed.
Metafoor van een eiland
Ook de derde roman is weer heel anders dan de vorige twee. Het verhaal speelt evenals het debuut op Curaçao. Een Amsterdamse joodse edelsmid zorgt er in de jaren dertig van de vorige eeuw, door hard werken en sparen, voor dat zijn dochter Esther Goldstein aan het opkomende Nazi-gevaar kan ontsnappen met behulp van een flinke bruidsschat, waarmee ze in de vooraanstaande Curaçaose familie Sollazo introuwt.
Uit dit verstandshuwelijk wordt dochter Eliza geboren, die zelf een opgedrongen huwelijkskandidaat uit de rijke kringen in de stad weigert en kiest voor de eenvoudige Benedicto, die ze ontmoet op een feest en die een begenadigd danser blijkt te zijn. De ‘levensdans’ tussen de twee jonge mensen neemt een aanvang als de ouders van Eliza de door haar gekozen partner resoluut weigeren en haar het huis uitzetten. Eliza trekt bij de familie van Benedicto in, die op een uitgestrekte plantage woont. Dit plantageleven wordt als een idylle beschreven.
Eliza en Benedicto zijn alle twee voortreffelijke dansers die lesgeven in ‘het huis van de dans’. Vooral de steeds in het verhaal terugkerende wals ‘Aura’ is populair en duikt op tal van cruciale plaatsen in het verhaal op. Hun harmonieuze dans is de apotheose van hun extatische relatie. Dans en muziek overwinnen en overtreffen vermeend standsbesef en doen discriminatie op kleur teniet.
De uitgebreid vertelde familiegeschiedenis van Benedicto wordt verbonden met de geschiedenis en ontwikkeling van het eiland vanaf de jaren dertig tot en met de jaren tachtig van de vorige eeuw. Centraal staat het hoofdstuk ‘Oorlog en vrede’ over de Tweede Wereldoorlog en de betrokkenheid van Curaçao daarbij met zijn grote olieraffinaderij. Algemene beschouwingen over de eilandgeschiedenis begeleiden de belevenissen van de personages; en dans en muziek vervullen steeds een belangrijke rol.
Een duidelijk voorbeeld van het samengaan van geschiedenis van het eiland met de familiegeschiedenis speelt zich af in de jaren zestig: een persoonlijke crisis in het huwelijk tussen de twee hoofdpersonen wordt direct verbonden met de crisis van 30 mei 1969, de grote staking, brandstichting en plundering. De gedachte duikt op dat het verhaal zelf een familiegeschiedenis is als metafoor voor de geschiedenis van het eiland, met verwarring en vernieuwing.
De oude grootmoeder, die nog in slavernij geboren is, is een romantische regiefiguur in het verhaal. Ze wordt beschreven als de wijze vrouw met voorspellende gave, die op cruciale momenten raad geeft en een juiste keuze adviseert aan haar kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen. Zo is ze Benedicto tot steun in zijn huwelijkscrisis.
Wela [grootmoeder] liep naar hem toe en kwam aan het bed staan. ‘Volg een ander pad,’ zei ze, ‘je kiest steeds een verkeerd.’
‘Hoe vind ik mijn weg, Wela? Ik weet niet waar ik naartoe moet.’
‘Volg je hart, mijn kind.’
‘Mijn hart is gebroken, Wela, mijn hart voelt alleen maar pijn.’
‘Aanvaard de pijn. Pijn hoort bij de liefde. Door de pijn weet je dat je nog steeds liefhebt.’ (p. 214)
Het huis van de dans is vooral een romantisch familieverhaal met tegenstellingen als liefde en verstand, hart en hoofd, individualisme en gemeenschapszin, schijn en wezen, verwijdering en verzoening. De spanning tussen traditie en verandering, stad en platteland, kan eveneens als romantisch gezien worden. De onvermijdelijke modernisering op het eiland roept gevoelens van melancholie op, als de grootmoeder sterft en vervolgens de ouders en de hoofdpersonen sterven – eerst Eliza en helemaal aan het einde van de roman, ook Benedicto op zijn oude dag:
“Bij de dansschool aangekomen zag hij een mooie jonge vrouw in een rode baljurk hem tegemoet komen. Ze strekte haar hand naar hem uit en glimlachte. Het was Eliza. Ze droeg de jurk van het feest waar ze voor het eerst samen dansten. Ze pakte zijn hand vast, de betoverende glimlach nog steeds op haar lippen. ‘Ik ben je komen halen, Bennie,’ zei ze.” (p. 262)
Chesley Rach blijkt in zijn drie romans - hoewel heel verschillend van inhoud, thematiek en stijl - een gretig verteller, die zijn lezers steeds weer weet te boeien.
Muzik Antiano - Edgar Palm & Trio
Luister naar ‘Aura’, de wals die een belangrijke rol speelt in Het huis van de dans van Chesley Rach.