Joseph ‘Jopi’ Hart

Een schrijver op zoek naar sociale rechtvaardigheid
Bonaire, 1 oktober 1940
Geschreven door Eric de Brabander

Jopi (Joseph) Hart werd in 1940 geboren op Bonaire en groeide op in de wijk Otrobanda op Curaçao. Hij volgde op Curaçao de onderwijzersopleiding en studeerde daarna Engels (MO-B) in Tilburg, Nederland. In zijn Nederlandse jaren was hij dirigent van het koor Coro Canta Antiyas en medeoprichter anno bestuurslid van de Tilburgse Antilliaanse Kring. Weer terug op Curaçao doceerde Hart Engelse taal aan het Radulphus College en aan de Universiteit van de Nederlandse Antillen, tegenwoordig de University of Curaçao mr. dr. Moises Frumencio Da Costa Gomez.  Hart begon al op jonge leeftijd te dichten, maar pas op latere leeftijd zag de bundel Entrega (2000) het levenslicht. Otrobanda, een oude stadswijk die in de eerste helft van de afgelopen eeuw gekenmerkt werd door een groot aantal muzikale en kunstzinnige inwoners, speelt in elk van Jopi Harts romans een rol. 

De geëngageerde socialist

De boeken van Hart zijn stuk voor stuk sterk politiek getinte boeken, boeken waarin het Afrikaanse verleden van de Curaçaose bevolking benadrukt wordt. Het gebrek aan leiderschap en politieke visie op zijn eiland ergert hem mateloos en dat misnoegen lekt van de bladzijden van zijn boeken af. Zijn sociale bewogenheid blijkt uit de talloze interviews die met Hart gehouden zijn en waarin hij onder andere zijn gal spuwt op het onderwijs op de eilanden. Zo stelde hij: "Kijk, er bestaat wel een wet die zegt dat iedereen verplicht is onderwijs te volgen, maar die wordt nauwelijks nageleefd. Dus wat gebeurt er dan? Heel veel kinderen gaan niet naar school of ze houden het niet vol. Terwijl onderwijs het hart van alles is. Als dat goed is, voorkom je een heleboel problemen. Waarom ze niet naar school gaan? Omdat er geen geld is voor het verplichte schooluniform of voor de bus. Weet je wel wat een stadsbus kost op dit eiland? Daar hebben de moeders het geld niet voor. Zelf kunnen ze hun kind niet wegbrengen, want ze moeten werken." 

Een aantal jaren geleden beschreef Hart op zijn blog de gewoonte van politici om stemmen te ‘kopen’ door baantjes weg te geven aan familie en partijgenoten. Soms wordt er zelfs geld gegeven om een huis af te bouwen, stroom te betalen of een kind uit de problemen te helpen. "Deze gewoonte hebben we altijd normaal gevonden. Maar daardoor zijn we wel afhankelijk van de hulp van anderen. En die afhankelijkheid is erger geworden, nu grote bedragen, soms van dubieuze afkomst, gebruikt worden om politieke campagnes te financieren. Het is logisch dat de geldschieter wat terugverwacht, en zo is corruptie onderdeel geworden van ons politieke systeem."

Volgens Hart kan politieke hervorming alleen plaatsvinden, wanneer de bevolking rigoureus kapt met deze cultuur van afhankelijkheid. Hij wijst op het rapport over Curaçao van Transparency International (juni 2013) waaruit blijkt dat ‘de publieke sector, de politieke partijen en de media de zwakste schakels zijn in het vermogen van het eiland om corruptie te bestrijden’: "Dat heeft ook te maken met de kleinschaligheid van Curaçao. Ministers zijn voor hun beleid afhankelijk van de diensthoofden. Maar doordat iedereen elkaar hier kent, is het moeilijk om beslissingen te nemen. Want de invloed van die beslissing is bij iedereen die je kent voelbaar." Wat Hart dwarszit is het gebrek aan visie van Nederlandse en Curaçaose politici in de tijd dat het Curaçao financieel nog goed ging. "Ze hadden niet voor ogen wat ze over een jaar of twintig wilden bereiken. Van die jarenlange verwaarlozing krijgen wij nu de rekening gepresenteerd. Want de problemen stapelen zich op."

De boeken

Afgezien van de genoemde dichtbundel Entrega (in vier talen), schreef Jopi Hart drie romans. In 2006 debuteerde hij met Election dance, in 2016 door de auteur zelf in het Nederlands vertaald als Verkiezingsdans. Hart is zoals de meeste Caraïbische Nederlanders multilinguaal: Papiaments en Nederlands zijn zijn moedertalen en Hart studeerde Engels in Nederland. Het boek is een roman over persoonlijke opoffering, corrupte politici, georganiseerde misdaad, liefde en seks die zich afspeelt op Curaçao. In 2006 kon Joseph Hart niet weten dat zijn debuutroman Election Dance zeven jaar later bijna profetische betekenis zou krijgen. Maar met de lafhartige moord op parlementariër Helmin Wiels – de politiek leider van Pueblo Soberano, een Curaçaose politieke partij die wilde afrekenen met de alomtegenwoordige corruptie en criminaliteit – haalde de werkelijkheid de fictie in.

In 2015 volgde Kruispunt. In deze psychologische thriller beschrijft Joseph Hart twee jonge mensen met totaal verschillende achtergronden, die naar Nederland verhuizen: de ene voor verdere studie en de ander omdat op Curaçao de grond onder zijn voeten te heet wordt. Terwijl Giovanni zich in het studentenleven stort, heeft Frensel aanpassingsproblemen vanwege zijn minderwaardigheidsgevoel, dat dagelijks versterkt wordt door de zelfverzekerde Nederlanders die, zoals hij zelf denkt, op hem neerkijken.

Het volgende boek, De Wooncirkel, een vertaling van de in het Engels geschreven roman The Yard, kwam uit in 2017 bij dezelfde Haarlemse uitgever als zijn voorgaande romans, uitgeverij In de Knipscheer, een uitgever met veel Caraïbisch Nederlandse schrijvers in haar bestand. De Wooncirkel beschrijft de geestelijke ontwikkeling van de hoofdpersoon Armani. Ondanks de verschrikkingen van haar verleden is ze in staat is tot vergeving in een verdeelde gemeenschap die nog steeds met haar verleden worstelt. Armani wordt op mysterieuze wijze aangetrokken door de ruïnes van slavenhuisjes op het erf van Shon Janchi, de ‘wooncirkel’ waar haar voorouders als slaven verbleven. Ze vecht voor de restauratie ervan, maar ondervindt hevige tegenstand, die haar met het verleden confronteert.

Slavernij

Hart hield frequent lezingen over de slavernij, de bron van alle sociale ellende en ongelijkheid op de Nederlands-Caraïbische eilanden. Teruglezende in Harts boeken lijkt het erop dat Jopi Hart een glazen bol moet hebben gehad, nu dat in Nederland het besef is doorgedrongen dat de Atlantische slavenhalers aan de basis liggen van het wantrouwen, het onbegrip dat bestaat tussen de verschillende delen van het Koninkrijk der Nederlanden. Een besef dat publiekelijk is gemaakt na de slavernijexcuses van minister-president Mark Rutte in 2022 en van koning Willem-Alexander in 2023. Hart is echter nergens in zijn geschriften rancuneus van aard. Oplossingen zoekt hij bij alle partijen in Nederland én het Caraïbische deel van het Koninkrijk, de eilanden waar sommige lokale politici onder het mom van ‘nou is het onze beurt’ de landskas leegroven. Oplossingen, maar niet voor en aléér Hart zijn vinger had gelegd op het zeer van de Atlantische slavenhandel. Het zeer dat de Caribische eilanden nog steeds, anderhalve eeuw na de afschaffing van de slavernij, in haar greep houdt.