Geeraerdt van Velsen

P.C. Hooft , 1613

Voor zijn tragedie Geeraerdt van Velsen (1613) dook Pieter Cornelisz. Hooft diep in de geschiedenisboeken. Het stuk gaat over de moord op de Hollandse graaf Floris V in 1296, drie eeuwen vóór Hoofts tijd. Drie edellieden hebben het gemunt op hun tirannieke graaf: de titelheld Geeraerdt van Velsen, zijn schoonvader Harman van Woerden en Gijsbert van Aemstel. Ze hebben Floris gevangen genomen, opgesloten in Van Aemstels kasteel (het Muiderslot) en beraadslagen over zijn lot.

Van Aemstel en Van Woerden koesteren een persoonlijke wrok tegen Floris V. De graaf heeft Machtelt, echtgenote van Van Velsen en dochter van Van Woerden, verkracht; bovendien heeft hij Van Velsens broer ter dood laten brengen. De twee besluiten Floris uit te leveren aan zijn vijand, de koning van Engeland, en Floris’ zoon Jan in zijn plaats tot graaf te benoemen. De gematigde Van Aemstel weet eerst niets van dit plan en maakt vervolgens ernstig bezwaar. Hij vindt het complot onwettig: alleen de Staten van Holland mogen rechtspreken over Floris. Bovendien is de kans groot dat de koning van Engeland zich teveel met Hollandse zaken gaat bemoeien en het gewest in zijn macht wil krijgen. Maar Van Aemstel kan niet meer terug: Floris is al gevangen.

 

Stroomversnelling

In het derde bedrijf overleggen de drie samenzweerders over het lot van Floris V (r. 762-804):

GIJSBERT VAN AEMSTEL
Onordens al genoeg, laat orden eens beginnen.

HARMAN VAN WOERDEN
Dat zal ‘t wanneer de graaf zal zijn in ’s konings hand.

GIJSBERT VAN AEMSTEL
Ziet toe! Ziet toe! Gij scheept ’s lands welvaart uit het land.

GEERAERDT VAN VELSEN
Wie is dat? De tiran die wij tezamen vingen?

GIJSBERT VAN AEMSTEL
’s Lands hoogheid is ’t die gij verraadt aan vreemdelingen.

GEERAERDT VAN VELSEN
Men zet een billijk prins in dwingeland zijn stoel.

GIJSBERT VAN AEMSTEL
Hoe lang doch billijk? Totdat hij zich meester voel’?

HARMAN VAN WOERDEN
Zijns levens hele loop doet hem voor goed befamen.

GIJSBERT VAN AEMSTEL
Het zij zo. Wie wil borg zijn voor zijn erfgenamen?

GEERAERDT VAN VELSEN
Dat is te ver gezorgd, intussen dag en raad.

GIJSBERT VAN AEMSTEL
Nooit zorgd’ hij ver genoeg, die zorgde voor een staat.

HARMAN VAN WOERDEN
Gemeenlijk komen voort de vromen van de vromen.

GIJSBERT VAN AEMSTEL
En als die regel mist, dan is het omgekomen.

GEERAERDT VAN VELSEN
Men kan een vorst zijn macht bepalen bij verdrag.

GIJSBERT VAN AEMSTEL
Volvoert dat als zijn vreemd krijgsvolk u overmag.

HARMAN VAN WOERDEN
Wat middel zoudt gij dan goed vinden te gebruiken?

GIJSBERT VAN AEMSTEL
Den graaf en graaflijkheid haar wieken wel te fnuiken,
doch niet door vreemd geweld, maar naar voorouders zeên.
Beschrijft de ridderschap, beschrijft de grote steên,
waar d’ opperheid bij staat, en laat die wederhalen
de buitenspoorse macht in d’oudbezette palen.
Ik waarschuw: nog is ’t tijd, verblindt u niet de wraak.

HARMAN VAN WOERDEN
En zo den Staten haar niet kreunen onze zaak?

GEERAERDT VAN VELSEN
Of zo zij, den tiran ten dienst, ons tegen spannen?

GIJSBERT VAN AEMSTEL
Wil ’t beste deel des volks verheerd zijn van tirannen,
het oordeel staat aan haar, des dulden zij, elkeen
die dulde dan met haar, of geev’ hem elders heen.
Want, stoot men dit om, ’t schuim van burgers en van boeren
zullen, gelijk als gij, den prins het land uit voeren,
en zo zij ’t vinden goed, met lasterlijk bedrijf,
hem tasten aan zijn kroon, hem tasten aan zijn lijf.
Des zo g’ u niet en wacht hier verder in te moeien,
zo zullen eeuwelijk verspuwen en verfoeien
de tijdgenoten en naneven uwen naam.
En, of ik ’t met u stond, zo waar ’t nog onbekwaam,
dus in der ijle, volk en schepen toe te reden.

HARMAN VAN WOERDEN
Dewijl de zaak bij u dus staat, ik ben tevreden
dat wij ons in de rust van deze nacht beraên.

GEERAERDT VAN VELSEN
Zo gij mij overstemt, ik moet eronder staan.
Maar zal toch nimmermeer hier blijven veilig vinnen.

GIJSBERT VAN AEMSTEL
Nooit is er heil gevolgd uit raad van bijstre zinnen.
Ai, reddet d’ uw en toont van reden wat meer blijks.

GIJSBERT VAN AEMSTEL
Chaos hebben we al genoeg; laten we eerst eens orde op zaken stellen!

HARMAN VAN WOERDEN
Dat doen we door Floris uit te leveren aan de koning van Engeland.

GIJSBERT VAN AEMSTEL
Pas toch op! Pas toch op! U laat de man, van wie onze voorspoed afhangt, uit het land vertrekken!

GEERAERDT VAN VELSEN
Wie bedoelt u? Die tiran die we samen gevangen hebben genomen?

GIJSBERT VAN AEMSTEL
U levert de hoogste man van het land uit aan een vreemde mogendheid.

GEERAERDT VAN VELSEN
Maar we zetten een rechtvaardige vorst op zijn troon.

GIJSBERT VAN AEMSTEL
Ja, en hoe lang zal die zich rechtvaardig gedragen? Totdat hij zich heer en meester waant?

HARMAN VAN WOERDEN
Door zijn hele levenswandel heeft hij een goede naam opgebouwd.

GIJSBERT VAN AEMSTEL
Dat zal best waar zijn, maar wie garandeert me dat dat ook zal gelden voor zijn nazaten?

GEERAERDT VAN VELSEN
Daar maak ik me nu nog geen zorgen over; wie dan leeft, wie dan zorgt!

GIJSBERT VAN AEMSTEL
Wie de verantwoordelijkheid heeft voor het landsbelang, kijkt nooit ver genoeg vooruit.

HARMAN VAN WOERDEN
Over het algemeen krijgen rechtschapen ouders rechtschapen kinderen.

GIJSBERT VAN AEMSTEL
Maar als dit nou eens een uitzondering is op die regel? Dan zijn we verloren!

GEERAERDT VAN VELSEN
Met een verdrag moeten we de macht van de vorst inperken.

GIJSBERT VAN AEMSTEL
Zie dat maar eens voor elkaar te krijgen, als een buitenlands leger u de baas is!

HARMAN VAN WOERDEN
Maar wat moeten we dan wél doen?

GIJSBERT VAN AEMSTEL
We moeten de graaf drastisch beperken in zijn macht,
niet door vreemde overheersing, maar volgens de gewoonten van onze voorouders.
Roep de ridderschap bijeen, roep de regenten bijeen van de grote steden,
alle heren waarop ons hoogste gezag berust. Laat hen de buitensporige macht van de graaf
terugdringen tot binnen de perken die altijd gegolden hebben.
Ik waarschuw u: laat u zich toch niet verblinden door wraakgevoelens! Het is nog niet te laat!

HARMAN VAN WOERDEN
En als de Staten zich niet om onze zaak bekommeren?

GEERAERDT VAN VELSEN
Of als zij samenspannen tegen ons, in het voordeel van die tiran?

GIJSBERT VAN AEMSTEL
Als de aristocratie overheerst wil worden door tirannen,
dan is dat hun keuze. En als zij die dictatuur willen verdragen,
dan moet ieder mens die maar verdragen, of anders het land verlaten.
Werpt men de aristocratie omver, dan zal het uitschot van burgers en boeren
de vorst uit het land verdrijven, precies wat jullie van plan zijn.
Als het hun goeddunkt, zullen ze hem op schandalige wijze
de kroon van het hoofd rukken en hem naar het leven staan.
Als u zich met zoiets inlaat,
dan zullen uw tijdgenoten en uw nazaten
uw naam voor eeuwig verachten en verafschuwen.
En zelfs al zou ik het met u eens zijn, dan zou het nog niet mogelijk zijn,
op zo’n korte termijn schepen uit te rusten en een bemanning bijeen te krijgen.

HARMAN VAN WOERDEN
Nu u zo denkt over deze kwestie, zou ik willen voorstellen,
dat we ons er de komende nacht nog eens op beraden.

GEERAERDT VAN VELSEN
Zou u tegen mijn voorstel stemmen, dan moet ik me neerleggen bij de meerderheid.
Maar ik blijf van mening dat het veiliger is om te vertrekken.

GIJSBERT VAN AEMSTEL
Nooit is er iets goeds voortgekomen uit raadgevingen van dwaze mensen.
Kom op, raap uzelf bij elkaar en laat eens wat meer gezond verstand zien!

Ook Machtelt van Velsen probeert Geeraerdt de onderneming uit zijn hoofd te praten, maar hij is geradicaliseerd en wil niet luisteren naar redelijke argumenten. De gebeurtenissen raken in een stroomversnelling als een legertje boeren het slot nadert om Floris te bevrijden. De drie samenzweerders slaan op de vlucht, voeren Floris mee en laten Machtelt onbeschermd achter. Van Velsen geeft de graaf dan de doodsteek, een volstrekt onwettige daad in de ogen van Hooft.

Politiek

Hooft putte zijn kennis over de moord op Floris V uit niet erg betrouwbare bronnen, onder andere uit het 14e-eeuwse Historielied. Dat Floris Machtelt verkracht zou hebben, wordt tegenwoordig niet meer geloofd. Hooft wilde de vaderlandse geschiedenis ook niet zo precies mogelijk weergeven. Net als in zijn toneelstukken Granida (1605) en Baeto (1617) maakte hij een punt over de politiek in zijn eigen tijd. Meer dan veertig jaar lang hadden noord en zuid al oorlog gevoerd tegen de koning van Spanje, die in de visie van Hooft even tiranniek was als Floris V. De oorlog was onderbroken door een wapenstilstand (het Twaalfjarig Bestand, 1609-1621). Tot Hoofts zorg ontstonden er in de Nederlandse Republiek al snel ernstige binnenlandse meningsverschillen: over het geloof, maar ook over politieke kwesties.

Hooft hamerde op eendracht en samenwerking. Leiders moesten handelen in het landsbelang en niet uit wraakzucht of machtswellust. De politieke verhoudingen dienden geregeld te worden in wetten en verdragen, anders zou het noorden vervallen tot anarchie. Met tweedracht en onderlinge strijd speelde men slechts de vijand in de kaart.

Er wordt veel en hevig gediscussieerd in Geeraerdt van Velsen, zoals je kunt verwachten in een politiek stuk. Ter afwisseling last Hooft op verschillende plaatsen intermezzo’s in. Zo worden alle bedrijven besloten met een rei. Ook kent het stuk enkele horrorscènes. Floris V heeft een nachtmerrie waarin de geest verschijnt van Van Velsens broer, die hij ter dood heeft laten brengen. Geeraerdt van Velsen laat een schildknaap in een wat komisch intermezzo advies vragen aan een tovenaar. Deze roept een geest uit de hel op, die dubbelzinnig antwoordt: ‘Goed verzonnen, die gevangenneming!’ Bepaald geen betrouwbare raad dus!

Het laatste woord in het stuk is voor de rivier de Vecht. Die voorspelt een welvarende tijd, voor de Republiek en speciaal voor Amsterdam – als men tenminste de eendracht in het land zal weten te bewaren. Een duidelijke verwijzing naar 1613!