Raden Adjeng Kartini
Raden Adjeng Kartini, geboren op 21 april 1879, was een invloedrijke Indonesische feministe en voorvechtster van vrouwenrechten in Nederlands-Indië (het huidige Indonesië). Haar brieven, die in 1911 werden gepubliceerd onder de titel Door duisternis tot licht, gaan over haar strijd voor onderwijs en gelijke rechten voor Javaanse vrouwen onder Nederlands koloniaal bewind.
Jeugd
Kartini kwam uit een vooraanstaande Javaanse adellijke familie. Haar vader, Ario Sosroningrat, was regent van Djepara, een administratief district op Java onder het Nederlands koloniaal bestuur. Nederlands-Indië was destijds een kolonie van Nederland, en de koloniale overheersing ging gepaard met veel ongelijkheid en onderdrukking. Als regent had hij een hoge sociale status en invloed binnen de Javaanse aristocratie. Deze positie gaf Kartini een zeldzame kans: ze mocht naar een Nederlandse lagere school, waar ze Nederlands leerde lezen en schrijven. Het onderwijs aan deze school bracht haar in contact met westerse ideeën en waarden.
In de negentiende-eeuwse Javaanse samenleving waren de sociale normen strikt hiërarchisch en traditioneel, vooral voor vrouwen. Meisjes van adellijke afkomst hadden weinig toegang tot formeel onderwijs en ze werden vaak beperkt tot het uitvoeren van huishoudelijke taken. Hun deelname aan het publieke leven was sterk gelimiteerd en huwelijken werden veelal gearrangeerd door familieleden, vaak met strategische overwegingen in het achterhoofd. Doordat Kartini Nederlandse boeken kon lezen, ontdekte ze de verschillen tussen het leven van Europese en Javaanse vrouwen. Ze zag dat Europese vrouwen meer kans hadden op een carrière, zelfbeschikking bij huwelijkskeuzes en een actief leven in de maatschappij. Kartini zag deze beperkingen en ongelijkheden als onrechtvaardig en streefde ernaar om de positie van vrouwen te verbeteren door middel van onderwijs. Ze geloofde dat dit de sleutel was tot hun bevrijding en ontwikkeling.
Brieven aan Europa
Kartini maakte actief gebruik van haar kennis van het Nederlands om een uitgebreide correspondentie te onderhouden met Europese intellectuelen en feministen. In 1899 kwam Kartini in contact met Stella Zeehandelaar, door een oproep voor een penvriendin in het feministische tijdschrift De Hollandse Lelie. Stella Zeehandelaar was een jonge feministe uit Amsterdam. In hun intensieve brievenwisseling uitte Kartini onder andere haar visie op het Europees feminisme. Zo schreef ze in de eerste brief aan Stella Zeehandelaar dat haar ideeën rondom feminisme sterk westers georiënteerd zijn:
Ik kan wel zeggen, dat wat denken en voelen betreft, ik den Indischen tijd niet meeleef, doch geheel die mijner vooruitstrevende blanke zusters in het verre Westen. En als de wetten van mijn land zulks zouden toelaten, zou ik niets liever willen en doen, dan me geheel te geven aan het werken en streven van de nieuwe Vrouw in Europa.
JAPARA, 25 Mei 1899
Kartini schreef veel over de achtergestelde positie van vrouwen in de Javaanse cultuur. Ze sloot zich aan bij de strijdpunten van het Nederlandse feminisme en wilde deze ook toepassen op de Javaanse samenleving. Ze bekritiseerde het traditionele systeem van gearrangeerde huwelijken en het gebrek aan onderwijskansen voor vrouwen. Kartini was in haar brieven enthousiast over Europa, omdat ze Europa zag als voorbeeld van beschaving en vrijheid. Ze vond Europeanen moderne mensen die rationeel en progressief waren. De Europese samenleving was haar ideaal, een plek waar ze de vrijheid kon verkrijgen, die ze in de Javaanse cultuur miste. Haar positieve oordeel over Europa veranderde bij Kartini echter in de periode dat ze correspondeerde met haar contacten overzee. In de laatste jaren van haar leven sprak ze steeds meer haar bewondering uit voor de Javaanse cultuur en benadrukte ze de tekortkomingen van de Europese cultuur. Deze verschuiving in perspectief kan worden toegeschreven aan zowel haar persoonlijke ontwikkeling als de veranderende politieke en sociale omstandigheden van die tijd.
Javaans bloed
Kartini groeide op in een periode waarin de Nederlandse regering de Javaanse bevolking wilde ontwikkelen. Deze ontwikkeling vond plaats vanuit de gedachte dat de Europeanen verheven waren boven de gekolonialiseerde bevolking en dat zij de overheersers zouden blijven, zelfs als er meer zelfbestuur zou komen. De verhoudingen tussen de Nederlanders en de Javaanse bevolking waren dus zeer ongelijk. Kartini schreef dat zij zich ondanks haar Europees georiënteerde opvoeding wel degelijk verbonden voelde met haar volk:
Men beweert zoo dikwijls dat wij meer Europeesch dan Javaansch zijn in ons hart. Weemoedige gedachte! Wij kunnen dan geheel doortrokken worden en zijn van Europeesche gedachten en gevoelens --- maar dat bloed, dat Javaansche bloed, dat leeft en warm stroomt door onze aderen, kàn nièt doodgezwegen worden.
JAPARA, 1 augustus 1901
Hari Kartini
Kartini stierf al op 25-jarige leeftijd aan complicaties na de geboorte van haar eerste kind. Jacques Abendanon, een voormalig directeur van Native Education in Nederlands-Indië, zorgde ervoor dat haar brieven werden gepubliceerd. Hij was de man van Rosa Abendanon, een feministische vrouw aan wie Kartini meerdere brieven had geschreven. Deze brieven zijn niet alleen een belangrijke historische bron, maar ze bieden ook waardevolle inzichten in de sociale, culturele en politieke omstandigheden van die tijd. Sinds de publicatie van haar brieven is Kartini internationaal beroemd, vooral vanwege haar kritische houding tegenover de ongelijke gezagsverhoudingen in de Javaanse samenleving. Haar verjaardag op 21 april wordt in Indonesië gevierd als Hari Kartini, de nationale dag van de vrouw.