Lucas Rijneveld

Beeldenwonder
Nieuwendijk, 20 april 1991
Geschreven door Marie-José Klaver

Dat Lucas Rijneveld een literair talent van formaat is, was meteen duidelijk toen zijn eerste dichtbundel Kalfsvlies (2015) verscheen. Rijneveld was toen 24 jaar oud en werd kort na het verschijnen door de Volkskrant uitgeroepen tot ‘hét literaire talent van Nederland’.

Kalfsvlies werd alom geprezen vanwege de eigenzinnige stijl en vorm: een stortvloed aan weerbarstige en originele vergelijkingen in lange dichtregels op stampvolle pagina’s. Zelf omschreef Rijneveld de gedichten als ‘stapelwolken’. ‘Origineel, aangrijpend en verrassend’, noemt Arnon Grunberg de bundel waarvoor Rijneveld de C. Buddingh’-Prijs voor poëziedebuten ontvangt. Het was de eerste literaire prijs in de lange reeks prijzen die Rijneveld zou krijgen. De jury van de C. Buddingh’-Prijs was lovend over de jonge dichter, die toen nog als vrouw door het leven ging:

“Een tomeloze dichteres presenteert zich in Kalfsvlies van Marieke Rijneveld. Een jonge vrouw stelt vast dat er weinig zekerheden zijn, nadat zich in de familie een aantal drama’s heeft voorgedaan. (…) De volle pagina’s geven bijna geen rust, en dat zorgt ervoor dat de lezer wordt gedwongen zich ademloos op de cadans van de dichterlijke woorden te laten meevoeren. Rijneveld overdonderde de jury met haar talent dat zo natuurlijk stroomt dat het op momenten welhaast overkookt.”

Instant klassieker

De eerste regels van het openingsgedicht ‘Als het je overkomt’ zijn inmiddels klassiek geworden:

Hoe ga je naar bed als je net een schaap hebt overreden, trillend op de bedrand je koude handen als rauwe sukadelappen op je ogen (…).

Het aangereden schaap wordt na een stroom van beelden en associaties vergeleken met de je-persoon in het gedicht die met een vrouw in bed ligt:

Na twee glazen valt ze uit, krimp je ineen onder de lakens 
als het schaap onder je autobanden.

Ook familie, opgroeien, verlies en (seksueel) geweld spelen een belangrijke rol in Kalfsvlies. Deze thema’s zullen later terugkomen in de romans De avond is ongemak (2018) en Mijn lieve gunsteling (2020).

Verpoppen tot man of vrouw

Ongelukkig zijn in de liefde door onvrede met het eigen lichaam (‘dit vlees is mij vanaf de geboorte al vreemd geweest’) wordt in verschillende gedichten in Kalfsvlies en Rijnevelds tweede dichtbundel Fantoommerrie (2019) gethematiseerd. In Kalfsvlies komt een meisje voor dat er soms naar verlangt een jongen te zijn. In het gedicht ‘Verdrietveters’ spreekt een dochter het verlangen uit een zoon te zijn. In ‘Vormen van openbreken’ wordt gewezen op de onzijdigheid van de rups waaruit een mannelijke of vrouwelijke vlinder kan ontpoppen. De gedachte aan de mogelijkheid tot transformatie brengt een stroom beelden op gang die begint bij ‘een kuiltje in mijn schedel’ en eindigt bij vervellende lippen, die het eerste teken zijn dat het lyrische ‘je’ aan het veranderen is. ‘Vormen van openbreken’ bestaat uit 28 lange aaneengesloten dichtregels die niet door witregels worden onderbroken.

Verstopt in het wit

Criticus Chrétien Breukers denkt dat Lucas Rijneveld, die inmiddels de voornaam Marieke heeft laten vallen en als hij/hem door het leven gaat, zichzelf in Kalfsvlies verstopte in de volheid en de omvang van zijn gedichten en geeft daarmee betekenis aan het gebrek aan witruimte:

het lijkt wel of [de dichter] de zinnen en de beelden achteloos om zich heen strooit; ik ken weinig bundels waarin met dezelfde inzet wordt gewerkt om een zelfportret te geven, een zelfportret dat tegelijkertijd zo verhuld mogelijk wordt weergegeven, alsof Rijneveld zichzelf achter die eindeloze reeksen regels en beelden schuil probeert te houden.

Ook in Fantoommerrie, waarvoor Rijneveld in 2020 de Ida Gerhardt Poëzieprijs kreeg, is genderidentiteit een thema. En ook in deze bundel is er nauwelijks wit te vinden. In ‘Nachtschade’ wordt de wens om een jongen te worden vergeleken met een kat die wreed aan zijn einde komt.

Zoals je bij kippen aan de oorlellen kunt zien wat voor kleur eieren ze leggen, zo zou je aan het meisje de jongen in haar moeten herkennen. De stro-pers op het land is een stotteraar, boer Sanders kreeg ooit een kat in zijn machine, het arme beest werd als een slagroomzak leeggemaakt, gladgestreken tot een sterk verhaal. Na het hakkelen gingen de mannen verder, het viel niet op dat het meisje onderhuids spierballen verstopte, eigenheimers die midden augustus geoogst worden: wil je een jongen worden riepen ze vanuit hun tractoren

De eigenheimer (een soort aardappel) fungeert niet alleen als een imaginaire spierbal, maar heeft ook een uitloper (de kiem die uit oudere aardappels groeit), waarmee een penis wordt bedoeld. ‘ik wil net als alle andere jongens een uitloper’, denkt het meisje in het gedicht.

Ondertussen is op het Instagramaccount van Rijneveld te zien en in interviews te lezen hoe hij steeds verder richting jongen transformeert. In een interview in het televisieprogramma M zegt Rijneveld lange tijd op zoek geweest te zijn naar zijn bestaansrecht als mens: "Een vorm van bestaansrecht, dat het goed is hoe je bent. Als schrijver heb ik dat bereikt, maar als mens is dat wankel, moeilijker in ieder geval."

Rijnevelds transitie is het thema van Komijnsplitsers (2022), zijn derde dichtbundel, die overwegend traditioneel ogende gedichten met veel witruimte bevat. Eindelijk hoeft de dichter zich niet meer te verstoppen in een overvloed aan tekst en kan hij zichzelf aan de buitenwereld tonen zoals hij is.

‘Zo trots als een koe met zeven uiers’

Niet alleen Rijnevelds dichtbundels, ook zijn romans De avond is ongemak (2018) en Mijn lieve gunsteling (2020) werden enthousiast ontvangen. Het debuut De avond is ongemak werd in 38 talen vertaald en bekroond met de International Booker Prize voor de vertaling The Discomfort of Evening. De jury prees de roman vanwege het indringende beeld dat Rijneveld schetst van het opgroeien in een gezin dat wordt verlamd door verdriet en verwaarlozing van de kinderen:

The Discomfort of Evening combineert een ontwapenende nieuwe gevoeligheid met een vertaling van uitzonderlijke gevoeligheid en is een tedere en lichamelijke evocatie van een jeugd gevangen tussen schaamte en verlossing.

Ik ben ‘zo trots als een koe met zeven uiers’, zei Rijneveld toen hij hoorde dat hij samen met zijn Britse vertaalster Michele Hutchison de prestigieuze prijs, voor het eerst aan een Nederlandse roman toegekend, had gewonnen.

Het verhaal van de eenzame Jas die opgroeit in een streng gelovig boerengezin dat de dood van de oudste zoon Matthies niet kan verwerken is in net zulke ‘rake, scherpe, gruwelijke, soms gewoonweg geestige beelden’ geschreven als Kalfsvlies, stelt Kees ’t Hart in De Groene Amsterdammer. De roman doet critici denken aan het werk van Jan Wolkers en Gerard Reve. Beide schrijvers hebben Rijneveld geïnspireerd, die opgroeide in een gereformeerd gezin en via het vmbo doorstroomde naar de lerarenopleiding Nederlands waar hij kennismaakte met literatuur, maar iedereen is het erover eens dat de jonge auteur een volstrekt eigen stemgeluid laat horen. ‘Rijnevelds stijl is er een van lange zinnen, die ze met associaties en beeldspraak aan elkaar rijgt,’ aldus Anne van den Dool in De Reactor. Kees ’t Hart prijst Rijnevelds beeldenrijkdom in De Groene Amsterdammer en heeft het over “een niet-aflatende storm van beelden, die zo ongeveer van de bladzijden af tuimelden. Beelden in beelden”:

Ze maakt alles zichtbaar zoals een toverfee het ene beeld na het andere uit haar toverstok te voorschijn laat springen. Overal rake beelden, op tientallen plaatsen schreef ik het woord ‘beeldenwonder’ op de bladzijde. Wanneer er ergens getongzoend wordt, schrijft ze: ‘Bij tongen moet ik altijd denken aan de glibberige, purperrode stoofpeertjes die moeder bereidt met wat kaneel, bessensap en suiker, en die dan met elkaar in de knoop komen.’

Kritiek is er ook, niet op de stijl maar op de sombere inhoud: de kilte van de ouders en de meedogenloosheid van kinderen die seksueel ontsporen en genoegen beleven aan het kwellen van dieren. Veel docenten Nederlands vinden De avond is ongemak daarom te naargeestig om aan leerlingen aan te raden. Een lerarenopleiding Nederlands schrapte de roman zelfs van de leeslijst omdat studenten de tekst onverdraaglijk vinden. Uitgeverij Noordhoff trekt zich niets van deze kritiek aan en heeft de roman als Grote Lijster uitgebracht, een goedkope uitgave voor het onderwijs.

De veearts

In Mijn lieve gunsteling (2020) komt de veearts terug die in De avond is ongemak een van de weinige volwassenen is die aardig doet tegen Jas. In Rijnevelds tweede roman, die bekroond werd met de F. Bordewijk-prijs, is de veearts de hoofdpersoon. Hij is obsessief verliefd op een 14-jarig meisje dat ervan droomt een beroemde singer-songwriter te worden en een penis te hebben. Om het naamloze meisje, de dochter van een boer wiens koeien hij behandelt, te verleiden gaat hij geraffineerd te werk: hij overstelpt haar met aandacht en wijdt haar in in de populaire popmuziek van zijn jeugd (Patti Smith, The Rolling Stones, Frank Zappa en Lou Reed). Ook leest hij haar een roman voor, Lieve jongens van Gerard Reve, waarin gewelddadige seksuele relaties tussen minder- en meerderjarigen als normaal worden voorgesteld.

Het meest verleidelijk voor het meisje is de penis die hij haar belooft. Zij wil zo graag een jongen zijn dat ze meegaat in de seksuele wensen van de 35 jaar oudere man. Tijdens de seks, die voor het meisje afschuwelijk is, maakt hij haar wijs dat er een penis uit haar zal groeien als ze hem zijn gang laat gaan. Hij vertelt de mythe van Leda en de zwaan, die over een verkrachting gaat, om zijn belofte kracht bij te zetten. Haar geloof in zijn verhaal over ‘penisparadox’, zij moet een penis ontvangen om er een te kunnen krijgen, laat zien hoe wanhopig het meisje is.

De kracht van lezen en schrijven is een ander belangrijk thema van Mijn lieve gunsteling. In een parallelle verhaallijn slaagt het meisje er namelijk in om een succesvolle singer-songwriter te worden. Terwijl de veearts, die uiteindelijk wordt gearresteerd wegens pedofilie, probeert zichzelf vrij te pleiten bij de rechter, wordt zij beroemd en gelden haar songteksten, waarin zij het misbruik verwerkt, als het bewijs van de schuld van de veearts. Je zou deze wending kunnen lezen als een metafoor voor artistieke vernieuwing: niet de klassieke canon heeft de doorslaggevende stem, maar die van de jonge liedjesschrijfster. Dat geldt ook voor Lucas Rijneveld. Wolkers en Reve blijven belangrijke auteurs, maar Rijneveld is de stem van de toekomst.

Lucas Rijneveld dicht over zijn vader, zeepbellen en zilvervliesjes

In dit gedicht van Lucas Rijneveld uit de bundel Kalfsvlies wordt vanaf een matras herinneringen opgehaald. Over de beelden die je van anderen hebt en anderen hebben van jou, en over het oefenen voor en ervaren van een eerste zoen. Foto's en herinneringen zullen vervagen net als te vaak gewassen T-shirts, dicht Rijneveld. Hij laat zeepbellen en zilvervliesjes elkaar afwisselen, en met al deze beelden neemt Rijneveld je mee op een reis door zijn gedachtewereld.

Lucas Rijneveld over Kindertelefoon & Fantoommerrie

Interview met Lucas Rijneveld in De Wereld Draait Door uit 2019.

Uitreiking F. Bordewijk-prijs aan Lucas Rijneveld

‘Ik wás die veearts, wat heel goed was voor dit boek, maar als ik daarna even naar de winkel ging om een boodschap te doen, was het heel onhandig om dan nog als die veearts daar te zijn. Dus het was ook een beetje angstaanjagend om dit te schrijven.’ 
Lucas Rijneveld ontvangt de F. Bordewijk-prijs 2021 voor zijn boek Mijn lieve gunsteling. Vanuit het Literatuurmuseum praat hij over het schrijverschap en zijn boek met presentator Philip Huff.

The 2020 International Booker Prize Winner Announcement

In 2020 ontving Lucas Rijneveld de International Booker Prize voor The Discomfort of Evening. Het boek was vertaald uit het Nederlands door Michele Hutchison. Luister naar de jury over de redenen achter hun beslissing.