Indra (Indradebie) Hu-Ramdas

Leesbevordering en leesplezier voor Surinaamse kinderen
Paramaribo, 24 februari 1973
Geschreven door Sita M. Doerga Misier-Patadien

Een combinatie van talent, creativiteit en passie vergezeld met een vriendelijke glimlach en een stralende lach. Indra (Indradebie) Hu-Ramdas weet hoe ze kinderen met verhalen moet bekoren. Zij staat bekend als de schrijfster met de rieten hoed, die vaak te vinden is in het Cleviapark in Paramaribo-Noord. Niet onbelangrijk om te vermelden is dat Indra Hu ook tenorsaxafoon bespeelt, wat zeker bijdraagt aan haar creativiteit tijdens het vertellen. Indra geeft uit in eigen beheer (zoals bijna alle Surinaamse kinderboekenschrijvers) en is oprichter van de Stichting Rupsje Regenboog: een non-profitorganisatie die bij de jeugd op een gezellige en creatieve wijze het lezen helpt bevorderen.

Beeldend voorlezen

Bij voorlezen ziet de leerling in een klassikale setting een volwassene lezen uit een boek. Indra doet dat echter heel enthousiast op een tegenovergestelde manier. Het is een zelfgekozen leesbevorderingscampagne, vertelt zij in een interview:

Ik lees het verhaal beeldend en interactief voor: ik beeld het verhaal uit door vertellend te lezen. De tekeningen uit mijn boeken (zowel de kinder- als jeugdboeken zijn voorzien van illustraties) heb ik op A3-formaat geprint, zodat het beeld dat hoort bij het verhaal aanwezig is.

Het beeldmateriaal zorgt ervoor dat kinderen geboeid worden door datgene wat ze horen te kunnen plaatsen bij een beeld. Behalve het interactief voorlezen, gebruikt Indra ook de werkvormen drama, musical en toneel om de jonge luisteraars te stimuleren een boek te pakken. Het kind wordt op deze manier geprikkeld het boek overstijgend te beleven: niet alleen de woorden en de zinnen te lezen, maar ook het verhaal te ervaren door het verhaal na te spelen of zelf voor te lezen en te delen met anderen.

Succeservaringen van lezers

Op zondagochtenden in Cleviapark is Indra Hu bezig met leesbevorderingsactiviteiten. Kinderen doen interactief mee waardoor zij mogelijk geprikkeld kunnen worden om ook thuis zelfstandig te grijpen naar een boek in plaats van naar een scherm te kijken. Ook ouders worden bij deze activiteiten betrokken, want zij is ervan overtuigd dat voorlezen en ouders daarbij betrekken kan bijdragen aan leesbevordering. Het zijn uiteindelijk de ouders die het lezen thuis moeten accommoderen, die ruimte kunnen scheppen in de dagindeling van het kind. Maar het belangrijkste is dat ouders degenen zijn die het financieel voor elkaar hebben om de boeken te kopen.

Herkenning en taboe doorbreken

Volgens Rita Ghesquière moet een goed jeugdboek voldoen aan de volgende kenmerken: het verhaal is eenvoudig opgebouwd; het is chronologisch verteld; de hoofdpersonen zijn jongeren en het taalgebruik is eenvoudig. Een vluchtige analyse leert ons dat de boeken van Indra Hu zeker voldoen aan deze vier kenmerken. Dat kinderen het meest geboeid worden door verhalen wanneer zij zichzelf erin herkennen, is al bekend. De ruimte waar het verhaal zich afspeelt, moet herkenbaar zijn en het lezertje moet zich ook in de tijd kunnen plaatsen. Wie De avonturen van Leena en Jopie leest, en geboren en getogen is in Suriname, zal het helemaal niet moeilijk vinden om zich het verhaal over een reis naar Nickerie voor te stellen. Nickerie is het meest westelijk gelegen district van Suriname en vanuit Paramaribo duurt het zeker vier uur om daar aan te komen.

Ook het in 2012 uitgegeven boek Laat mij niet alleen heeft een heel herkenbaar element in zich: het schoolse leven van een tienjarig kind. Gezien het feit dat hiv nog altijd omhuld is met taboes, is het dapper van Indra Hu om dit onderwerp bespreekbaar te maken voor kinderen. Dit verhaal kan ook in het voortgezet onderwijs gebruikt worden om onderwerpen zoals hiv-besmetting en vriendschappen, discriminatie en stigmatisering te bespreken. Ook onderwerpen die te maken hebben met de gezondheid van de jeugd zijn door haar aan de orde gesteld in haar Videoboeken over COVID-19 en Elk pondje door het mondje.

Meertaligheid

Voor meertalige kinderen is het niet altijd gemakkelijk om herkenning te vinden in een verhaal. Verhalen van eigen bodem zijn vaak in het Nederlands geschreven, doorspekt met enkele leenwoorden uit het Sranan, Sarnámi of een marrontaal. Maar leesbevordering betekent dat er gelezen wordt, ongeacht in welke taal!

Leesbevordering gebeurt altijd in de context van het leven van een kind. Zo heeft Indra in verband met 150 jaar Hindoestaanse Immigratie het tweetalige kinderboek De Lotusbloem / Kamal ke phúl uitgebracht. Dit verhaal is overgeleverd door de eerste generatie hindoestaanse immigranten die vanuit India naar Suriname kwamen. Het verhaal is een sprookje en Indra kent het verhaal oorspronkelijk in het Sarnámi, de taal van de hindoestanen. Samen met Hilli Arduin heeft Indra Hu ook het voorleesverhaal Het schoolreisje in acht talen uitgegeven: Nederlands, Aukaans, Chinees, Engels, Sarnámi, Sranan, Surinaams-Javaans en Wayana. Dit voorleesboekje is bestemd voor kinderen in de leeftijdsgroep 3 tot en met 5 jaar.

Indra Hu is in 2012 in Suriname uitgeroepen tot schrijfster van het jaar en heeft ook twee onderscheidingen ontvangen van de staat Suriname: Ridder in de Ereorde van de Palm in 2018 en de Eenheid is Kracht jubileumjaarspin in 2023. Elke schrijfster is een aanwinst voor de literaire wereld van Suriname. Indra gelooft er sterk in dat iedereen een verhaal kan vertellen. Zij verzorgt ook schrijfworkshops aan jeugdigen. Wie schrijft, die leest!

Indra Hu-Ramdas brengt tweetalig kinderboek uit

Een video van ABC Online Nieuws, 9 juni 2023. Schrijfster Indra Hu-Ramdas heeft een tweetalig kinderboek uitgebracht genaamd De Lotusbloem. Het is in Sarnami en in het Nederlands. Het gaat om een mondeling overgebracht verhaal van haar overgrootmoeder, dat zij nu in een boek verwerkt heeft. Ramdas besloot het uit te brengen in verband met 150 jaar Hindoestaanse Immigratie.