Poetryslam: van eetcafé tot WK

Slam in De Lage Landen
Geschreven door Stefaan Goossens

Een poetryslam of ‘poëzieslag’ is een moderne vorm van poëzievoordracht die ontstaan is in de jaren ’80 van de twintigste eeuw waarbij de deelnemers, ook wel slammers genoemd, elkaar proberen te overtroeven met hun taal. Het publiek krijgt bij een poetryslam de functie van jury en mag luidkeels laten horen wat ze van de acts vinden en ook beslissen wie de winnaar van de avond wordt.

Slams zijn populair dankzij hun laagdrempelige en ongedwongen sfeer die poëzie voor iedereen toegankelijk maakt. Het is dan ook geen toeval dat de eerste poëzieslagen in Nederland plaats vonden in hotel Winston (1995) en in eetcafé Festina Lente (1998), beide in Amsterdam. Al snel volgden andere steden en initiatieven: bijvoorbeeld Slamersfoort (Amersfoort) en de Leidse Poëzieslag (Leiden). In Vlaanderen trekken onder meer De Sprekende Ezels (Gent, Brussel, Leuven), Zonder Wolk (Antwerpen) en Ballonnenvrees (Antwerpen) aan de kar.

Poëzie in Carré

Poetryslams zijn een mix van voordracht, dichtkunst en performance waarbij het wedstrijdelement heel belangrijk is. Het idee van ‘performance’ bij poëzie komt natuurlijk niet uit de lucht vallen. Denk maar aan de rederijkerskamers die vanaf de 15e eeuw opgang maakten en waarbij groepen van dichters tijdens voordrachtwedstrijden elkaar de loef probeerden af te steken. Aan het begin van de twintigste eeuw waren er de dadaïstische klankperformances van onder meer Kurt Schwitters en in ons taalgebied van Antony Kok. In de jaren ’60 zette Simon Vinkenoog de lage landen op stelten met de grootschalige poëziehappenings Poëzie in Carré (Amsterdam, 1966) en Poëzie in het Paleis (Brussel, 1966). Het was dan wellicht ook geen toeval dat Simon Vinkenoog de jury voorzat tijdens de eerste poëzieslagen in eetcafé Festina Lente.

Maatschappijkritische aanklachten

Het taalgebruik in slamgedichten verschilt vaak nogal van de gedichten die je op papier leest. Als toeschouwer heb je niet de tijd om de gedichten nog eens rustig opnieuw te lezen of om ingewikkelde beeldspraak te ontleden. Slamgedichten mikken vaak op herkenbaarheid en directe toegankelijkheid. Inhoudelijk is alles mogelijk, van grappige gedichten, over emotionele liefdesgedichten tot maatschappijkritische aanklachten over #metoo en Black Lives Matter. Hoe je het zegt, is even belangrijk als wat je zegt. Slamdichters zetten behalve hun woorden, ook hun intonatie, ritme en zelfs lichaamstaal in tijdens hun performances. Al deze vormen van gesproken tekstvoordracht worden gevat onder de noemer ‘spoken word’. Bekende voorbeelden van Nederlandstalige slamdichters zijn Babs Gons, Akwasi, Justin Samgar (aka Poetry Pusher), Jee Kast en Seckou Ouologuem. De energieke woordenstroom van sommige slammers lijkt zelfs op rappen of op een gesproken versie van hiphopliedjes.

Poetryslam laat zich graag voorstaan op zijn kleinschalig karakter en op het feit dat het van onderuit is opgebouwd en niet vanuit het literaire middenveld. Literatuurwetenschapper Kila Van der Starre (Universiteit Utrecht) wijst er in een artikel in het Kunsttijdschrift Vlaanderen op dat poetryslam hoe langer hoe meer ingekapseld wordt in het officiële literaire circuit: zowel in Nederland als in Vlaanderen bestaat er een nationaal kampioenschap, respectievelijk georganiseerd door ILFU en Creatief Schrijven, waarvan de winnaars mogen deelnemen aan het Europees en het wereldkampioenschap. Slamdichters worden ook gesubsidieerd via de auteurslezingen van de Letterenfondsen. Opvallend is ook dat winnaars van slamwedstrijden later vaak op papier debuteren en hun slamactiviteiten daarna afbouwen, bijvoorbeeld Carmien Michels, Tjitske Jansen, Xavier Roelens en Moya De Feyter.

Slam it up: het ontstaan van poetry slam

Poetryslam is een fenomeen dat ontstond in de Verenigde Staten. In 1984 kwam Mark Kelly Smith, een bouwvakker en dichter uit Chicago, op het idee een nieuw laagdrempelig poëziepodium op te richten in de plaatselijke Get Me High Jazz Club. Iedereen die zijn gevoelens en gedachten omzette in mooie teksten, mocht deelnemen. Het publiek werd actief betrokken: het kreeg de functie van jury en mocht luidkeels laten horen wat ze van de acts vonden en ook beslissen wie de winnaar van de avond zou worden. De poëzieavonden werden steeds populairder en groeiden uit tot drukbezochte evenementen. In 1986 overtuigde Smith Dave Jemilo om wekelijks een poëziecompetitie te laten doorgaan in de Green Mill Jazz Club. Daar vonden legendarische Uptown Poetry Slam-avonden plaats die vandaag de dag nog steeds doorgaan. Zo was de term ‘poetry slam’ geboren. In andere steden zoals New York begon men het concept over te nemen. Het fenomeen werd eerst een nationaal en vervolgens ook een internationaal gebeuren. Vandaag de dag zijn er maandelijks honderden slams over de hele wereld. ‘Zelfs op de Zuidpool’, zei Marc Smith met het nodige gevoel voor dramatiek. In 1990 vond de eerste editie van het Amerikaanse Kampioenschap Poetry Slam plaats. Sinds 1996 wordt dat kampioenschap door Poetry Slam Inc. georganiseerd.