Ook voor vrouwen?

Emancipatie en verlicht seksisme

De Verlichting, de Vrijheid en de Waarheid, zij worden in de achttiende eeuw gepersonifieerd als vrouwen. Maar, hoe gunstig was de Verlichting eigenlijk voor de emancipatie van de vrouw? Vast staat dat op het gebied van de literatuur niet eerder zóveel vrouwen aan de weg timmerden, zodat de achttiende-eeuwers ook wel spraken van ‘de eeuw der dichteressen’.

In Geschrift eener bejaarde vrouw (1802) verdedigen Betje Wolff en Aagje Deken de stelling dat geleerde vrouwen niet bestaan en dat ze ook niet nodig zijn: ‘Een geleerde vrouw is een hersenschim; er kunnen geen geleerde vrouwen zijn, en, zou het mogelijk zijn, dan behoorden ze er niet te zijn’. Uit de mond van twee succesvolle schrijfsters klinkt dit enigszins verrassend. Gelukkig weten de schrijfsters wél zeker dat de vrouw uitblinkt in ‘de fraaie kunsten’ vanwege haar subtiele gevoel en levendige verbeeldingskracht.

Dichtende vrouwen

De achttiende eeuw levert daarvan inderdaad het bewijs: nog nooit waren er zoveel dichtende vrouwen. Lucretia Wilhelmina van Merken was het beroemdst, op de voet gevolgd door de dames Wolff en Deken, Juliana Cornelia de Lannoy en schrijfsters als Petronella Moens en Margaretha de Cambon-Van der Werken. Dat vrouwen ook in staat waren tot logisch denken bewees de filosofe Josina Carolina van Lynden (1715-1791). Zij gaf in Amsterdam les in godsdienst en filosofie aan jongedames en publiceerde Logica of redenkunde (1770). Ook iemand als Christina Leonora de Neufville (1713-1781) werd in 1741 beroemd met een filosofisch werk, Bespiegelingen voorgesteld in dichtmaatige brieven, waarin ze ten strijde trok tegen het opkomend materialisme.

Maar vrouwen werden niet gelijk behandeld. Ze hadden geen stemrecht en konden al helemaal niet actief deelnemen aan de politiek. Ook mochten ze niet studeren, dus van gelijke kansen op de arbeidsmarkt was geen sprake. De belangrijkste taak voor vrouwen lag binnen het gezin. Kennis vergaren mochten ze tot op zekere hoogte, voor zover dat nuttig was voor hun rol als moeder. Betje Wolff pleitte in Proeve over de opvoeding aan de Nederlandsche moeders (1779) voor intelligente vrouwen, zodat ze hun kinderen zelf konden opvoeden.

Gecensureerde erotische romans

Moesten vrouwen precies weten hoe het met de voortplanting zat? Pieter Rabus, die tijdens het schrijven van recensies voor zijn tijdschrift Boekzaal van Europe (1692-1702) ook rekening hield met een vrouwelijk leespubliek, censureerde op dit gebied liever, ‘om geen ergernis te geven aan juffers die mijn Boekzaal misschien bekijken’. Mannelijke lezers werden doorverwezen naar de betreffende pagina’s van het gerecenseerde boek. Ook niet alle literaire genres werden even geschikt geacht voor vrouwen, zeker geen erotische avonturenromans. Dat zou de vrouwen op ideeën kunnen brengen. Een tijdschrift als de Vaderlandsche Letteroefeningen is helemaal niet blij met ‘die stapel van laffe en vertederende romans’ die ‘in plaats van de lezeressen verstandiger en deugdzamer te maken, hun verbeelding met schimmen vervullen’ en ‘die over het algemeen de driften van de jonge lieden te vroeg in werking brengen’.

Binnen de beperkte mogelijkheden eisten sommige vrouwen hun rechten op. Zoals Catharina Mulder (1723–1798), beter bekend onder de naam Kaat Mossel, stadskeurvrouw mosselen te Rotterdam. Zij was een overtuigd orangist en organiseerde in 1783 en 1784 demonstraties tegen patriottische regenten, waarbij het er hard aan toeging.

Emancipatie in revolutiejaren

In die revolutiejaren, 1780-1795, emancipeerden vrouwen zich in een enorm tempo. Ze werden lid van dichtgenootschappen, ontwikkelden zich tot journalistes en schreven hun eigen politieke tijdschriften. In Middelburg richtte een aantal vrouwen in 1785 het ‘Natuurkundig Genootschap der Dames’ op. De patriottische broodschrijver Lieve van Ollefen was een van de mannen die de emancipatie van vrouwen steunde. In zijn Het revolutionaire huishouden (1798), geschreven in de gevangenis, laat een vader zijn vier dochters met opzet een vak leren, opdat ze niet financieel afhankelijk zullen zijn van een man.

Podcast 'Vondel was een vrouw': Margaretha van der Werken

Feike Dietz (docent-onderzoeker vroegmoderne letterkunde), Roos Hamelink (Goeie Ouwe Koeien) en Imre Besanger (Theater Kwast) bespreken het literaire leven van de zelfverzekerde dichteres Margaretha van der Werken.

Podcast 'Vondel was een vrouw': Adriana van Rijndorp

Historisch letterkundige Olga van Marion, Roos Hamelink (Goeie Ouwe Koeien) en Imre Besanger (Theater Kwast) bespreken Adriana van Rijndorp (1698-1753). Zij was actrice bij de ‘Compagnie van de Haagse en Leidse Schouwburgen’ en schreef een klucht die zorgde voor veel ophef.