Spektakeltoneel

Spanning en sensatie door technisch vernuft
Geschreven door Tommie van Wanrooij

Op 26 mei 1665 opende de Amsterdamse Schouwburg haar deuren opnieuw na een jarenlange, ingrijpende verbouwing. En hoe! Het theater was volledig uitgerust met de allernieuwste toneelmachinerieën, afgestemd op een publiek dat verlangde naar actie en visueel spektakel. Vanaf toen kon Amsterdam zich meten met toonaangevende theaters in Frankrijk en Italië, vooral dankzij de zogeheten ‘kunst- en vliegwerken’: systemen die het mogelijk maakten om razendsnel decors te wisselen, om toneelattributen plotseling te laten verschijnen en verdwijnen, en om acteurs hoog boven het toneel te laten zweven, alsof ze konden vliegen.

Jan Vos als aanjager van het spektakeltoneel

De schouwburgdirecteur Jan Vos speelde, niet toevallig, een grote rol bij de verbouwing. Hij was namelijk ook toneelschrijver en in zijn toneelstukken bracht hij zijn persoonlijke motto ‘Het zien gaat voor het zeggen’ graag in de praktijk. In zijn eerste toneelstuk Aran en Titus (1638) was hij niet bang om bloederige moorden en afgehakte ledematen op het podium te vertonen, hoewel dit tegen de klassieke toneelregels van decorum inging.

De verbouwing van de schouwburg gaf het spektakeltoneel halverwege de jaren 1660 een flinke impuls. In 1667 publiceerde Jan Vos het toneelstuk Medea, waarin hij als eerste de mogelijkheden van de gerenoveerde schouwburg optimaal benutte. De tragedie gaat over de mythologische tovenares Medea die met de held Jason trouwt, maar door hem wordt verlaten voor de kroonprinses van Korinthe. In het toneelstuk verbeeldt Vos hoe Medea uit wraak Jasons nieuwe bruid en hun eigen kinderen doodt. Als Korinthe in puin ligt, vlucht ze op een drakenwagen. Vos voegde allerlei episoden aan dit verhaal toe zodat Medea, met behulp van de nieuwe technische mogelijkheden van de schouwburg, haar toverkrachten uitgebreid kon demonstreren. Als de tovenares aan het begin van het toneelstuk bijvoorbeeld het paleis van Jason wil binnendringen, wordt zij tegengehouden door twee wachters. Om hen te intimideren laat Medea het eerst bliksemen en daarna verandert zij het paleis in een berglandschap dat, zoals blijkt uit de uitgebreide regieaanwijzingen, verwijst naar haar voorgeschiedenis met Jason en het Gulden Vlies:

Hier moet het Lusthof, op 't stampen van haar voet, in bergen veranderen. De boom daar 't gulde vlies aan hangt, stieren, draak, krijgsluiden en Jazon koomen met rook en vlam uit de grondt opschieten.

Hierbij werd ongetwijfeld alles uit de kast gehaald: razendsnelle decorwissels van paleis naar berglandschap; de boom, stieren, draak en Jason die uit valluiken opdoken, met veel vuur en rook op het toneel.

Verderop in het toneelstuk daalt Medea af naar de Hel om een moordaanslag op Jasons bruid te beramen. Ze moet daarvoor de rivier de Styx oversteken met veerman Charon, die eerst bewijs wil zien van haar magische krachten. Daarom tovert Medea rozen uit zijn roeiriem, verandert ze een boom in een levend ‘Boomkindt’ en herschept ze de hel tot bos. In onderstaande toneeltekst zijn de regieaanwijzingen gecursiveerd:

Charon.
Wat zijt gy voor een mensch dat gy ons komt bezoeken?

Medea.
Ik ben Medea die de spooken op kan vloeken .

Charon.
Nu kom ik uit mijn hol: wat hebt gy te gebiên .

Medea.
Stamp met uw riem op d’aardt, zoo zult gy wondren zien.

Charon. 
Daar stamp ik dat het kraakt van binnen en van buiten.

Hier draagt Charons riem roozen.

Medea.
Ziet gy uit uwe riem geen versche roozen spruiten?

Charon.
Heeft uwe kunst meer kracht, zoo doe my meer bewijs ?

Medea.
Ik zal deez’ dorre boom, door ’t raaken van een rijs
Verscheppen in een mensch. nu ziet gy rappe leeden

Hier verandert een boom in een naakt kindt.

Boomkindt.
Waar ben ik, in wat oordt? ey moeder geef my reeden.

Medea.
Gy zijt hier veur de hel: verzink eer ik u dwing.

Het kindt verzinkt.

Charon.
Al wat gy hier vertoont, acht ik noch voor gering

Medea.
Nu staat gy met uw voet op Ida, rijk van boomen.

Hier verandert de hel op haar stampen in een bosch.

Medea inspireerde anderen om ook spektakelstukken te schrijven, zoals het Ghulde vlies (1667) van Lodewijk Meijer en Didoos doot (1668) door Andries Pels. Deze stukken waren, net als Medea van Vos, tot ver in de achttiende eeuw enorm succesvol.

Technisch vernuft en vrouwelijke accenten

Een ander opvallend spektakelstuk uit de late jaren 1660 is Cleopatra (1669) van de Utrechtse schrijfster Dieverina van Kouwenhoven – de enige vrouw die zich, voor zover bekend, aan dit genre waagde. Of het stuk ooit is opgevoerd, weten we niet, maar duidelijk is dat Van Kouwenhoven zich liet inspireren door Vos, Meijer en Pels. Ook zij maakt gebruik van ‘kunst- en vliegwerken’, met onder meer Romeinse goden die over het podium zweven. Ook het bloed vloeit rijkelijk: Cleopatra’s minnaar Marcus Antonius maakt op het podium op opzichtige wijze een einde aan zijn leven. Later moeten vier slaafgemaakten vergif innemen, wat hevige pijnen veroorzaakt – een uitgelezen kans voor de acteurs om hun dramatisch vermogen te tonen en het spektakel te vergroten:

1. Slaef. Siet daer, daer is het leeg, ter gront toe uytgedroncken:
Mijn dunckt ick voel mijn vleesch afrucken van de schoncken ;
Mijn hart dat staet in brant, ’tgedarmt scheurt van een.
[…]
2. Slaef. O noit gevoelde pijn! kom kerft my ’t ingewand:
Soo is het haest gedaen.
3. Slaef. O wreetste van de vrouwen
Ick heb uw’ wil volbragt, gelijk gy kunt aenschouwen,
Hoe my het lighaem sweld, en swaer gelijck een loot.
Ey my, hoe barst mijn hart.
1. Slaef. Hoe raeck ick aen de doot!
O hel komt my te hulp!

Kortom, Cleopatra is een typisch spektakelstuk. Bijzonder is daarbij de herinterpretatie van Cleopatra als heldin. In tegenstelling tot de traditionele, negatieve beeldvorming rondom de Egyptische koningin, verbeeldt Van Kouwenhoven Cleopatra als een trouwe geliefde en toegewijde moeder – geen verleidelijke femme fatale. Haar tragische dood wekt sympathie op, want haar rivaal keizer Augustus staat toe dat zij wordt begraven met haar geliefde Marcus Antonius. Daarbij wordt opnieuw spektakel ingezet: Venus daalt neer uit de hemel en draagt Augustus op voor Cleopatra’s kinderen te zorgen. Van Kouwenhoven streeft dus niet alleen naar spektakel, maar laat zien dat technisch vernuft ook hogere doelen kan dienen, zoals eerherstel voor een verguisde koningin.

Vlogboek: ‘Spektakel en betweters in het theater’

Bekijk de video van Vlogboek (Jörgen Apperloo) over de veranderingen binnen het Nederlandse theater in de tweede helft van de zeventiende eeuw.