Hendrik Seleyns, 1672
De dichter Henricus Selyns schreef een gelegenheidsgedicht bij de dood van Peter Stuyvesant, de Nederlandse gouverneur van Nieuw Amsterdam (New York) in 1672. Hij herinnert aan de overgave van de stad aan de Engelsen, acht jaar eerder:
Grafschrift voor Petrus Stuyvesant, gewezen generaal van Nieuw-Nederland
Stuift niet te zeer in ’t zand, want daar ligt Stuyvesant,
die eerst was opperhoofd van gans Nieuw-Nederland
en gaf met wil of geen het land den vijand over.
Zo nawee en berouw treft iemands hert, zijn hert
stierf duizendmaal en droeg onlijdelijke smert,
in ’t eerste al te rijk, op ’t laatste al te pover.
Gelegenheidsgedichten spelen in op de actualiteit. Ook toespelingen op de namen van personen, zoals in de eerste regel, komen er vaak in voor.