Misschien is De donkere kamer van Damokles (1958) van Willem Frederik Hermans wel de beroemdste Nederlandse roman over de Tweede Wereldoorlog. Het is in ieder geval een onmiskenbaar hoogtepunt uit het oeuvre van de Amsterdamse schrijver.
Al Hermans’ bekende thema’s komen naar voren in deze thriller over de Nederlandse oorlogsjaren. In De donkere kamer van Damokles zijn de grenzen tussen schuld en onschuld en waarheid en bedrog nauwelijks zichtbaar. Osewoudt of Dorbeck, verzetsheld of verrader? Wie is wie en wie is wat; de lezer mag het zeggen.
Alter ego
Als de oorlog in Nederland is uitgebroken, komt een zekere Dorbeck naar het sigarenmagazijn van Henri Osewoudt. Hij vraagt of Osewoudt voor hem een fotorolletje wil ontwikkelen. Deze Dorbeck lijkt als twee druppels water op Osewoudt. Dorbeck ontwikkelt zich als het alter ego (andere ik) van Osewoudt; hij durft en doet alles wat Osewoudt nooit zou doen en durven. Vervolgens laat Dorbeck Osewoudt allerlei klusjes voor hem opknappen. Als de oorlog ten einde is wordt Dorbeck ontmaskerd als een collaborateur, waarvoor Osewoudt wordt opgepakt. De geallieerden denken dat hij Dorbeck is en willen Osewoudt terechtstellen. Osewoudt moet bewijzen dat zij zich vergissen, maar Dorbeck blijkt onvindbaar. Osewoudts laatste redding lijkt een filmrolletje waarop hij met Dorbeck te zien zou zijn.
Selderhorst trok Osewoudt de film uit handen en hield hem tegen het licht.
- Maar, wel godverdomme! Wat zullen we nou hebben? Dat ben jij zelf! Ben jij dat zelf, ja of nee? En die vent die daar naast je zit, wie is dat? Maar dat is Obersturmführer Ebernuss! Ebernuss, christus nog-an-toe!’ […]
Selderhorst liet los, Osewoudt keek. Toen zei hij:
- Hoe is dat nu mogelijk? Waar is Dorbeck?
Selderhorst zei: - Ik denk dat Dorbeck bij je vriendin Marianne zit, in de kibboets! Als hij toch zoveel lijkt op jou, zal ze het verschil niet eens hebben gemerkt.
- Hoe is dit nu mogelijk? De hele wereld bedriegt mij, zelfs het licht heeft mij in de steek gelaten.[…]
- Waar is Dorbeck? schreeuwde Osewoudt. Hij moet gevonden worden! Het moet! Het moet! […]
Nu pas werd er geschoten, een korte salvo uit een stengun. Toen de tweede salvo weerklonk, viel Osewoudt voorover, hij kon nog net zijn handen in het prikkeldraad slaan dat langs het kanaal gespannen was.
Heeft Dorbeck nu echt bestaan of was hij slechts een hersenspinsel van de hoofdfiguur, Henri Osewoudt? Er is geen verteller die de lezer hierover uitsluitsel kan geven. Het boek heeft dan ook niet voor niets een ‘open einde’. Net zo min als Osewoudt weet de lezer of Dorbeck al dan niet bestaan heeft.
Dubbelgangers
In de roman speelt Hermans een spel met dubbelgangers en valse identiteiten. Ook lopen realisme en fantasie onherkenbaar in elkaar over. Al deze motieven illustreren Hermans’ idee dat de mens en de wereld onkenbaar zijn. Oorlog en bezetting vormen voor Hermans het noodzakelijke decor om de sadistische en chaotische wereld van de mens in de spotlight te zetten.
Het is hierom niet verwonderlijk dat de literaire kritiek vaak de nihilistische en anti-moralistische strekking van het boek heeft benadrukt. Als Osewoudt gevangengenomen wordt en van landverraad wordt beschuldigd ontmoet hij een jonge SS’er. Deze jongen was nauwelijks geïnteresseerd in de SS-ideologie. Toch houdt de jongen er als ‘grote amorele theoreticus’ zijn eigen nihilistische denkbeelden op na:
‘De mens zal er aan moeten wennen te leven in een wereld zonder vrijheid, goedheid en waarheid. Het zal binnenkort op de lagere school worden onderwezen! Deze oorlog is nog maar een voorproefje van de wereld die komt!’
Een vrolijk boek is De donkere kamer van Damokles zeker niet. Wel heeft het in de geschiedenis van de Nederlandse literatuur veel stof doen opwaaien. Nog steeds wordt de roman gelezen door nieuwe generaties literatuurliefhebbers. De vraagstukken rondom goed en fout in tijden van oorlog, die Hermans langs de historische lijn van de Tweede Wereldoorlog behandelt, blijven immers actueel.
SchoolTV: Willem Frederik Hermans: Schrijver van 'De donkere kamer van Damokles'
Verzetshelden of overlopers? Na de Tweede Wereldoorlog was men op zoek naar die antwoorden. W.F. Hermans geeft daar zijn eigen invulling aan in zijn ‘Donkere kamer van Damokles’.
Klara-podcast: De donkere kamer van Damokles van W. F. Hermans
De literaire canon 45, met Peter Terrin. In de vorige editie van de Vlaamse canon was Hermans vertegenwoordigd met zijn klassieker Nooit Meer Slapen uit 1966. Nu heeft de Koninklijke Academie van de Nederlandse Taal en Letterkunde een van zijn andere werken gekozen.