‘Heb je een fallus nodig om te schrijven? Zijn schaamlippen sprakeloos?’ vroeg Kristien Hemmerechts zich af in haar felle reactie op de verhalenbundel Mooie jonge goden waarin dertien jonge Vlaamse schrijvers werden gepresenteerd als belofte voor de toekomst. Uitsluitend mannen. ‘Dertien auteurs en dertien fallussen waarmee zij het Vlaamse letterenleven nieuw leven beloven in te blazen’, schreef zij in het tijdschrift De Brakke Hond. Het was 1987 en Kristien Hemmerechts liet meteen weten waar ze voor stond. Sindsdien is ze een sterk pleitbezorgster van de vrouwelijke stem in de literatuur.
Een Engelse start
Hemmerechts werd geboren in Brussel en groeide op in een gezin van drie kinderen. Ze studeerde Germaanse Filologie in Leuven en volgde colleges aan het Amsterdamse Instituut voor Literatuurwetenschap. Ze trouwt met een Engelsman en na een reis door Zuid-Amerika gaan ze in Brussel wonen omdat Hemmerechts daar een baan krijgt aan de universiteit. In 1981 wordt hun dochter Katherine geboren. Daarna volgt een moeilijke periode waarin twee van hun pasgeboren zoontjes achter elkaar aan wiegendood overlijden. Hun huwelijk overleeft dit niet.
In die periode begint Hemmerechts ook verhalen te schrijven, eerst in het Engels. In 1986 worden drie Engelse verhalen van haar gepubliceerd in de bundel First fictions, Introduction 9 van de gerenommeerde Britse uitgeverij Faber & Faber. In dat jaar promoveert Hemmerechts ook met een doctoraal proefschrift over het werk van de Brits-Caribische schrijfster Jean Rhys, A plausible story and a plausible way of telling it. A structural analysis of Jean Rhys novels. Het is een druk jaar want het manuscript van haar eerste roman Een zuil van zout wordt al meteen bekroond met de Driejaarlijkse Prijs voor het Proza van de Provincie Brabant.
Een zuil van zout
Een zuil van zout verschijnt in 1987 bij de Belgische uitgeverij Houtekiet. De roman gaat over de Belgische studente Anna, die zwanger vanuit Amsterdam terugkeert naar haar ouderlijk huis wanneer ook haar vader overlijdt. Ze besluit haar zwangerschap in het huis van haar overleden ouders uit te zitten en bezoekt regelmatig haar grootmoeder, die in een rusthuis tussen de nonnen roerloos op de dood wacht. Anna weet niet wat ze wil en wacht besluiteloos op de geboorte van haar kind, dat uiteindelijk dood op de wereld komt. Los van de prijs die de roman al kreeg, wordt de roman ook zeer positief ontvangen in de Vlaamse en Nederlandse pers. Hemmerechts is daarmee een van de prominente schrijvers uit wat wel de ‘Nieuwe Vlaamse prozagolf’ wordt genoemd. In die jaren debuteren ook Tom Lanoye, Herman Brusselmans en Stefan Hertmans: schrijvers uit de bundel Mooie jonge goden en Patricia De Martelaere.
Expliciete seks
Drie jaar na haar debuut kreeg Hemmerechts al meteen de driejaarlijkse Prijs van de Vlaamse gemeenschap voor verhalend proza, een belangrijke literatuurprijs. Zij had toen inmiddels – naast haar debuutroman - twee verhalenbundels en de roman Brede heupen (1989) gepubliceerd. In Brede heupen lukt het een jonge vrouw niet om te voldoen aan de verwachtingen van het zijn van een minnares, een moeder en een zus/familielid. Dat menselijk onvermogen wordt een constante in Hemmerechts’ werk: door verlies en gebrekkige communicatie zijn haar personages vaak niet in staat greep op hun leven te krijgen en blijvende, bevredigende relaties aan te gaan. Ze blijven vaak met hun hoofd in het verleden hangen en worden geteisterd door gevoelens van vervreemding, eenzaamheid en schuld. Hoewel die vervreemding hier ook geldt, biedt seks vaak wel een vlucht uit die dagelijkse werkelijkheid. Hemmerechts maakt in haar romans en verhalen vrij veel plaats voor de vrouwelijke beleving van seksualiteit, zoals in dit fragment uit de roman Veel vrouwen, af en toe een man (1995):
Ze keek niet naar zijn gezicht, maar naar zijn lijf dat ze beter kende dan haar eigen lijf en dat dus een beetje haar lijf was. Ivo lichtte een arm van het bed om haar naar zich toe te trekken, maar ze sloeg de arm weg. Ze wilde niet worden afgeleid. Ze wilde kijken naar het gladde witte wintervel van zijn schouders, de zwarte krulletjes rond zijn kleine donkere tepels, de rimpeltjes in de huid rond de navel. Ze wilde met haar lippen over zijn eikel wrijven, het vocht proeven dat uit het gaatje lekte, zich afvragen of het sperma was. Ze wilde hem kneden, voelen, strelen, beklimmen, bijten, knijpen. Ze keek naar zijn gezicht, lachte, sperde haar mond open en zette haar tanden in zijn schouders.
Door dit soort expliciete scenes, wordt zij er nog weleens van beschuldigd bewust te willen choqueren en provoceren, hoewel zij zelf zegt gewoon het leven te beschrijven zoals het is (‘mijn boeken zijn niet cru, het leven is cru’). Het Vlaamse tijdschrift Knack kreeg nogal wat boze reacties toen het rond Kerstmis 1991 een verhaal van Hemmerechts publiceerde waarin een man plasseks heeft met zijn verstandelijk beperkte vrouw. Dat verhaal kreeg daarna een plaats in de verhalenbundel Kerst en andere liefdesverhalen (1992), die meer verhalen bevat met expliciete seks. Door die onafhankelijke en feministische aard van haar werk, kreeg zij in 1993 in Nederland de eerste Frans Kellendonkprijs voor haar hele oeuvre tot dan toe, opnieuw een bevestiging van het belang van haar werk. Kerst en andere liefdesverhalen kwam dat jaar ook nog op de shortlist van de AKO Literatuurprijs.
Herman de Coninck
Ondertussen was Hemmerechts hertrouwd met de geliefde dichter Herman de Coninck en werden zij als schrijversechtpaar bekende Vlamingen. Hemmerechts werd een veel gevraagde gast in populaire tv-programma’s (‘Recht van antwoord’ en ‘Morgen beter’) waarin zij er niet voor terugdeinsde ongezouten haar mening te geven. Hiermee joeg zij heel wat mensen in België op de kast, zodanig dat haar literaire werk ook steeds minder werd gewaardeerd. ‘Het is namelijk bijzonder lastig om deze roman los te koppelen van de meninkjes van de alom aanwezige mediafiguur Kristien Hemmerechts’, schreef een recensent van een van haar boeken in de Vlaamse krant De Standaard.
In 1997 kreeg Herman de Coninck een hartstilstand op straat in Lissabon tijdens een literatuurfestival en stierf in de armen van dichter en schrijver Anna Enquist. Hemmerechts schreef een boek over hem en zijn gedichten, Taal zonder mij (1998), dat wel goed ontvangen werd. In de Nederlandse pers werd het ‘monumentaal’ genoemd maar tegelijkertijd vonden Vlaamse critici het ook ‘voyeuristisch’: Hemmerechts etaleert haar eigen leven te veel. De romans die daarna verschenen, gingen vaak over dood en rouwen, zoals De kinderen van Arthur (2000), Donderdagmiddag. Half vier (2002) en De laatste keer (2004).
De meest gehate vrouw van België
In 2014 volgt een nieuw dieptepunt in negatieve reacties op haar werk: bijna geheel België viel over haar heen door een interview in tijdschrift HUMO naar aanleiding van haar roman De vrouw die de honden eten gaf. Het interview en met name de foto (zie hiernaast) zette wat zij in deze roman deed nog eens extra vet in de verf: in het hoofd van Michelle Martin duiken. Michelle Martin is een Belgische misdadigster, veroordeeld tot dertig jaar gevangenisstraf vanwege haar betrokkenheid bij de ‘zaak-Dutroux’. Zij is de ex-vrouw van de beruchte veroordeelde kinderverkrachter en -moordenaar Marc Dutroux. Hemmerechts onderzoekt in deze roman hoe iemand tot zulke daden kan komen: hoe denkt iemand die als de ‘meest gehate vrouw van België’ wordt gezien? België was daar blijkbaar nog niet klaar voor en verweet Hemmerechts de vrouw van Dutroux te verdedigen en (opnieuw) bewust te willen provoceren. In Nederland prezen critici De vrouw die de honden eten gaf; daar was meer afstand tot dit Belgische nationale trauma.
De laatste jaren bewerkt Hemmerechts klassiekers uit de wereldliteratuur. Zo nam ze In ongenade van de Zuid-Afrikaanse auteur J.M. Coetzee onder handen door van de mannelijke personages in deze roman vrouwen te maken en andersom; Alles verandert (2016) heet die roman. Ik ben Emma (2020) is een bewerking van de klassieker Emma van Jane Austen, een roman over een jonge vrouw die liever single blijft en anderen aan elkaar koppelt. Zowel deze laatste roman als Alles verandert gaat over de rol van vrouwen in de samenleving, wat wordt van hen verwacht en kunnen zij een onafhankelijk en eigen leven leiden? In beide romans stipt Hemmerechts ook racisme en vluchtelingenproblematiek aan, misschien nu niet provocerend, maar wel actueel.