Henriette Roland Holst-van der Schalk
Voor Henriette Roland Holst-Van der Schalk was dichten een vorm van bewust leven. Roland Holst werd ontdekt door de Tachtigers, omringde zich met kunstenaars en socialisten en trouwde met schilder Rik Roland Holst. Ze wijdde haar leven aan de strijd voor een betere maatschappij, droeg actief bij aan de opkomst van het socialisme in Nederland en maakte deel uit van een internationaal netwerk van revolutionaire denkers als Rosa Luxemburg en Leon Trotski. Naast poëzie schreef ze biografische studies en essays. In 1947 kreeg ze een eredoctoraat van de Universiteit van Amsterdam.
Eenzaam en onbegrepen op een landgoed
Henriette Roland Holst-Van der Schalk groeide op als Jet van der Schalk in een welgesteld notarisgezin op het landgoed Lindenhof nabij Noordwijk. Tijdens haar jeugd was Roland Holsts wereld niet veel groter dan het huis en tuin. Ze ging niet naar school of de kerk, maar kreeg thuis onderwijs en werd opgevoed door gouvernantes, van wie één haar vloeiend Frans leerde. Roland Holst bleek een bovengemiddeld intelligent meisje dat hield van lezen en pianospelen. Maar ze voelde zich miskend en onbegrepen, wat zich uitte in opstandigheid. Als twaalfjarige riep ze tijdens een ruzie met haar ouders: ‘Ik word toch dichteres!’
In Nederland werden meisjes en vrouwen rond 1890 mondjesmaat toegelaten op het gymnasium en de universiteit, maar Roland Holst mocht niet studeren. Haar tienerjaren bracht ze door op een kostschool nabij Arnhem, wat ze vreselijk vond. Het onderwijs paste niet bij haar intellectuele capaciteit en ze werd gepest door andere meisjes om haar afwijkende gedrag en uiterlijk. Wel leerde ze vloeiend Duits en Engels spreken en schrijven.
Een belangrijk keerpunt in Roland Holst leven was het overlijden van haar vader en zusje in 1892, door een tragisch koetsongeluk in Leiden. In dezelfde periode verhuisden dichter Albert Verwey, die lid was van de Tachtigers, en zijn vrouw Kitty naar Noordwijk. Via hen maakte Roland Holst kennis met andere dichters en kunstenaars, onder wie Rik Roland Holst, met wie zij in 1896 zou trouwen en samenbleef tot zijn dood in 1938. Aanvankelijk woonden Henriette en Rik Roland Holst in ’s-Graveland. Later betrokken ze een huis in Laren, dat ontworpen was door de bevriende architect Hein Berlage.
Harmonie tussen hart en wereld
De Verweys moedigden, net als de toonaangevende schilder Jan Toorop, Roland Holst aan om meer te schrijven, wat leidde tot haar debuut in De Nieuwe Gids in 1892. Over deze gedichten zei Roland Holst zelf: ‘Voor het eerst was mijn eigen stem volkomen zuiver doorgebroken’. In 1896 verscheen haar eerste bundel getiteld Sonnetten en verzen in terzinen geschreven. Later omschreef Roland Holst haar vroege werk als ‘begeeren dat zijn doel niet kent’. Ze zocht naar een harmonie tussen haar hart en de wereld, beïnvloed door Spinoza’s ideeën over de verhouding tussen gevoel en verstand. Daar was ze mee in aanraking gekomen door dichter Herman Gorter, een andere Tachtiger.
‘Dagen als bloemen, open-volle nachten
daartusschen, als in maanlicht blanke tuinen
en midden tusschen deze vele ga ik
met stralende oogen levens-op. Nu sta ik
me dunkt, als opperste van rijen duinen
en zie wijd weg: dit is het lang-verwachte.’- ‘Over het ontwaken mijner ziel’ uit Sonnetten en verzen in terzinen geschreven (1896)
Het gemeenschapsgevoel
Herman Gorter spoorde haar niet alleen aan om beroemde werken van Dante, Plato en Spinoza te lezen, maar ook Das Kapital van Karl Marx. Zowel Gorter als Roland Holst werd gegrepen door de marxistische boodschap, die grote invloed had op zowel hun levenswijze als poëzie. Zo werden beide dichters lid van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP).
Waar Gorter eerder met de Beweging van Tachtig de verheven sensaties van de dichter centraal stelde en voor wie poëzie gold als ‘de allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie’, gingen hij en Roland Holst nu op zoek naar nieuwe beelden en taal om uitdrukking te geven aan hun gemeenschapsgevoel en socialistische ideeën. Het inspireerde Roland Holst tot haar eerste socialistische gedichtenbundel De nieuwe geboort (1902), een vertaling van het socialistische strijdlied de Internationale en een 1 meigedicht. Ook werd ze lid van de redactie van het socialistische tijdschrift De Nieuwe Tijd.
Het was opmerkelijk dat Roland Holst, afkomstig uit een welvarend burgerlijk milieu, ‘overliep’ naar solidariteit met de arbeidersklasse. Ondanks de argwaan van andere partijleden toen zij toetrad tot het partijbestuur, was zij ervan overtuigd dat intellectuelen als zij de SDAP niet met ‘bourgeouis-pek’ zouden besmetten, omdat de partij daarvoor ‘te sterk en te bewust’ was. Toch ontstonden er heftige interne discussies, die in 1909 resulteerden in een scheuring van de SDAP. Daarop vertrok Gorter om de links-marxistische Sociaal-Democratische Partij (SDP) op te richten. Roland Holst verliet in 1911 de SDAP.
Internationaal netwerk
Ook na de SDAP-periode bleef Roland Holst politiek actief. Ze brak zelfs internationaal door als linkse dichter en denker, vooral door haar bevlogen essays. Als één van de weinige vrouwen ging Roland Holst deel uitmaken van een Europees netwerk van socialistische intellectuelen en revolutionairen. Haar grote voorbeeld was de Duits-Poolse marxistisch filosofe Rosa Luxemburg. Al bij hun eerste ontmoeting tijdens de Tweede Internationale in Parijs (1899) raakte Roland Holst onder de indruk van Luxemburgs talent voor redevoering en haar compromisloze overtuigingen. Ze bleef corresponderen met haar geestverwante tot Luxemburg in 1918 werd vermoord. Roland Holst schreef later een biografie over Rosa Luxemburg.
In haar latere leven veranderde Roland Holsts politieke activisme steeds meer in een religieuze zoektocht. Haar sociale betrokkenheid bleef ze uitdragen, bijvoorbeeld door al in de jaren twintig steun voor de onafhankelijkheidsstrijd van Indonesië uit te spreken.
Verzet
In de Tweede Wereldoorlog werden de werken van Roland Holst verboden door de Kultuurkamer en liep zij als socialist gevaar om opgepakt te worden door de Duitse bezetter. Ondanks het risico en haar hoge leeftijd was Roland Holst actief in het verzet, door te schrijven voor het verzetsblad De Vonk. Ze was vervuld met trots op de arbeiders die meededen aan de Februaristaking in 1941, zo schreef ze in een brief aan haar vriendin en neerlandica Adrie Baelde.
Hoewel ze veel vrienden verloor gedurende de oorlog, werd ‘Tante Jet’ tot haar dood in 1952 omringd en verzorgd door een ‘complete hofhouding aan vrienden’, schreef Elsbeth Etty in de omvangrijke biografie Liefde is heel het leven niet (1996).
Zachte krachten
Tegenwoordig wordt Henriette Roland Holst gezien als één van de belangrijke dichteressen en politieke activisten uit de eerste helft van de twintigste eeuw. In 2019 verscheen een nieuwe bloemlezing van Roland Holsts gedichten onder de titel De zachte krachten zullen zeker winnen. Het titelgedicht heeft een politieke lading en komt voort uit Roland Holsts gedachten over de mislukte Russische Revolutie (1917). De ‘zachte krachten’ zijn volgens haar de enige mogelijkheid om een duurzame politieke overwinning te bewerkstelligen. De dichtregel is een gevleugelde uitspraak geworden.
‘De zachte krachten zullen zeker winnen
in 't eind - dit hoor ik als een innig fluistren
in mij: zoo 't zweeg zou alle licht verduistren
alle warmte zou verstarren van binnen.’- Fragment ‘gedicht III’ Uit Verzonken grenzen (1918)
Henriette Roland Holst 80 jaar
Polygoon Journaal, Henriette Roland Holst 80 jaar, 24 december 1949. Zij richt zich, in haar woning in Amsterdam, tot de jeugd met een oproep tot altruïsme.