Cornelis Everaert

Een Brugse rebel
Brugge, ca. 1480 - 14 november 1556
Geschreven door Wim Hüsken

Cornelis Everaert kan terecht een rebel worden genoemd. Twee van zijn 35 spelen werden zelfs verboden. Hoe stelde hij zich maatschappelijk op? 

Cornelis Everaert (ca. 1480-1556) was lid van een rederijkerskamer in Brugge, De Drie Santinnen. Rederijkers hielden zich bezig met het schrijven van gedichten en het spelen van toneel, in die tijd het belangrijkste middel om het volk op te voeden of te amuseren. 

Van Mariaverering tot kritiek op bedelmonniken 

In 1509 schreef Everaert zijn eerste spel. Het ging over een legende rond Maria, de moeder van Jezus. Een jongeman vlecht dagelijks een krans van rozen voor een beeld van Maria. Als het op zekere dag heeft gesneeuwd, kan hij geen bloemen vinden. Bedroefd gaat hij naar huis, maar een monnik geeft hem de volgende raad: bid vijftig keer het Weesgegroet en na elk tiental het Onzevader. Zo maak je ook een rozenkrans. Als hij dit doet komen de rozen letterlijk uit zijn mond zodat hij toch een krans voor Maria heeft gemaakt. 

Toen Everaert dit spel schreef, twijfelden maar weinig mensen aan wat er in kerken werd verkondigd. Toch bestond er toen al onvrede. Waarom mocht je de Bijbel niet zelf lezen? In 1517 gooide Maarten Luther de knuppel in het hoenderhok door zich te verzetten tegen het systeem van aflaten: je kon door geld te geven een beetje dichter bij de hemel komen. Er volgde een hevig maatschappelijk debat (en later gewapende conflicten) over deze kwestie. Everaert mengde zich niet in dat debat, maar wees wel op zaken in de samenleving die hij niet vond deugen. Hij had bijvoorbeeld een hekel aan bedelaars die in zijn ogen te lui waren om te werken. ‘Zondige creaturen’ noemde hij ze, ‘ziende blind en horende doof’. 

De ene ketter is de andere nog niet 

In 1534 schreef hij een ‘Spel van de wijngaard’, de bewerking van een verhaal in de Bijbel waarmee Jezus zijn lessen illustreerde. In dit spel krijgt iedereen dezelfde beloning voor zijn werk in de wijngaard, of hij er nu lang in heeft gewerkt of kort. Niemand heeft meer of minder gekregen dan wat hem was beloofd, dus waar zeur je om? Bovendien is het werken in de wijngaard belangrijker dan de beloning die je ervoor krijgt.

In dit spel staat een uitspraak die tot voor kort tot veel verwarring heeft geleid. Everaert maakte zich namelijk druk over ‘de Lazerussche sonde der ketterye’. Hieruit meende men te kunnen afleiden dat de dichter, misschien na jaren van aarzeling, tenslotte toch koos voor de katholieke kerk. Maar in Brugge werden sommige monniken die vooral bedelden ook wel ‘ketters’ genoemd. En omdat het in dit spel gaat over een gezonde werkhouding, kun je Everaerts woord ‘ketterye’ begrijpen als kritiek op mensen die niet wilden werken. Hij had het dus niet over godsdienstige zaken en nam in het debat over de hervormingen van Luther zeker geen stelling in. 

De waarde van het geld 

In meer dan één spel heeft Everaert zich kritisch uitgelaten over maatschappelijke wantoestanden. In 1530 werd om onduidelijke redenen de opvoering van het spel van De Ongelijke Munt verboden. Hierin maakt een personage met de naam ‘Menichte van Volcke’ (Veel Volk) zich druk over de steeds geringer wordende waarde van het geld waardoor hij maar met moeite handel kan drijven. Bovendien kan hij daardoor De Schamele Arbeider niet aan het werk houden. Dit alles komt door de steeds aanhoudende oorlog van de keizer tegen de Lutheranen, merkt iemand op: 

… mochtet worden pays, 
de beterynghe quaeme met vullen stroome … 

Dus: ‘was het maar vrede, dan zou alles veel beter gaan’, een opmerking die door de stedelijke overheid, die trouw was aan de keizer, waarschijnlijk niet werd gewaardeerd. Zo kijkt Everaert als rebel om de hoek.

Dan neemt een vrouw het woord. Het is De Ongelijke Munt zelf. Ze is behangen met munten. Ze beweert dat niet zij de schuld is van de situatie, maar dat dit, door zijn gierigheid, door Veel Volk komt. De arbeider besteedt zijn geld aan onnodige zaken, vindt zij. Redelijk Gevoel neemt het op voor Veel Volk en geeft De Schamele Arbeider een kruk met de naam Paciencie, geduld. Wat nodig is, is naastenliefde. De moraal: heb geduld en toon naastenliefde aan De Schamele Arbeider

Hebzucht 

Ook het Spel van de Crych werd verboden. Van dit spel geeft Everaert zelf aan dat hij er teveel de waarheid in sprak. Het woord ‘crych’ (krijg) is dubbelzinnig, want het betekent zowel ‘oorlog’ als ‘hebzucht’. Legerkapitein De Beroerlijke Wereld laat iedereen oproepen om zich te melden. Als er geplunderd wordt, mag je alles zelf houden. Menig Leek heeft wel oren naar deze uitnodiging. Maar ook een geleerde priester meldt zich. Geveinsd Bedrog en Leugenachtige Fraude sluiten zich ook aan. Al snel wordt duidelijk dat hun gesprek niet over de oorlog gaat maar over hebzucht, want bedelaars (opnieuw!) krijgen de wind van voren. Leugenachtige Fraude heeft tegen hen minder bezwaar:

Dese zyn van mynder condicien, vroet,
die sulcke practycke doet om svolcx bedrieghen,
datse sulcke lueghenen cunnen lieghen,
dat mense te bet gheift hueren noot onbekent.

Die zijn van mijn slag, begrijp me goed,
als ze allerlei listen verzinnen om het volk te bedriegen 
en zó goed kunnen liegen 
dat men ze gul geeft zonder de aard van hun ellende te kennen.

Er zijn nog veel meer lieden die zich aan hebzucht schuldig maken, wordt opgemerkt. De priester beaamt dit: ‘Tvolcht al den crych dat lepel lecken mach’ (Ieder die aan een lepel kan likken, volgt de krijg – in beide betekenissen van het woord!). Zo passeren allerlei ‘krijgers’ de revue. Maar dan verschijnen twee geestelijken op het toneel, een man en een vrouw: Trouw en Liefde. Ze betreuren het dat er geen welvaart meer heerst en dat men hen niet meer kent. Maar ook zij krijgen te maken met kritiek en worden verjaagd. Dan komt de dood tevoorschijn die Menig Leek en de geleerde priester vertelt, net als hij dat in de Elckerlyc deed, dat ze rekening moeten afleggen van hun zonden. Zo hamert Everaert keer op keer op moreel verantwoord handelen van de mens en levert hij fel commentaar op wie zich van anderen niets aantrekt.

Kluchten

Everaert formuleerde openlijk zijn kritiek op maatschappelijk wantoestanden. Soms deed hij dat ook in kluchten. Zo krijgen bazige of overspelige vrouwen van hem een veeg uit de pan. Maar ook van geile mannen moest hij niets hebben. In zijn spelen kun je dus altijd wel maatschappijkritiek vinden.