Catharina Verwers had een goede neus voor de smaak van zeventiende-eeuwse Amsterdammers. In 1644 publiceerde ze haar toneelstuk Spaensche Heydin, dat inspeelde op de populariteit van Spaans toneel in de Republiek. In hetzelfde jaar wordt het stuk naar de Amsterdamse Schouwburg gebracht, als eerste toneelstuk dat werd geschreven door een vrouw. Daarnaast deed Verwers iets wat veel vrouwen uit die tijd vermeden: schrijven en publiceren tijdens het huwelijk.
Artistiek milieu
Verwers komt, als dochter van zeeschilder Abraham de Verwer, uit een artistiek en welvarend milieu: haar vader verdiende zo goed dat hij twee huizen in de Warmoesstraat bezat en in 1641 nog een huis kocht aan de Prinsengracht. Op 24-jarige leeftijd trouwde Catharina Verwers de kunstschilder Christiaan Jansz. Dusart, een vriend van Rembrandt van Rijn. Het feit dat zij uit een artistiek milieu kwam, kan verklaren dat zij schreef en wellicht ook dat ze koos voor het hoog aangeschreven toneelgenre en niet, zoals veel schrijvende vrouwen, voor religieuze en gelegenheidsgedichten. Het verklaart echter nog niet waarom haar stuk werd opgevoerd in de Amsterdamse Schouwburg. Doorgaans werden alleen stukken opgevoerd van auteurs die banden hadden met de Schouwburg en van Catharina Verwers zijn er geen bewijzen dat zij die contacten had. Bovendien was er nooit eerder en stuk van een vrouw opgevoerd.
Battle of the sexes
Het toneelstuk dat Verwers schreef was een bewerking van het Spaanse korte verhaal La Gitanilla (1613) van Miguel de Cervantes. In Verwers’ versie wordt de edelman Don Jan verliefd op de beeldschone Preciose. Er is een probleem: Preciose komt uit een familie van nomaden en dat is beneden Don Jans stand. Hij besluit zijn luxeleven op te geven om met Preciose te kunnen zijn. De voogd van Preciose, Majombe, eist dat Don Jan zijn liefde bewijst door een aantal jaar anoniem met de nomaden op te trekken. Daarna mogen ze samen zijn. In deze periode komen de geliefden erachter dat Preciose zelf ook van adel is en eigenlijk Constance heet. Don Jan hoeft uiteindelijk dus toch geen afstand te doen van zijn rijkdommen en kan met Constance trouwen.
Het bewerken van een Spaans verhaal was een slimme keuze van Verwers. ‘Spaans toneel’ was namelijk razend populair bij het publiek. Aangezien Verwers geen Spaans kon lezen, heeft ze Spaensche Heydin niet direct gebaseerd op La Gitanilla, maar gebruikgemaakt van een Franse vertaling en de bewerking van Jacob Cats in zijn Trou-Ringh (1637). Zoals veel vrouwen uit welvarende families las Verwers namelijk uitstekend Frans. Ze is op de Franse versie gekomen toen haar familie een tijdje in Frankrijk zat.
Helaas was Verwers niet de enige met dit idee. Haar toneeltekst moest wedijveren met Mattheus Gansneb Tengnagel, een bekende mannelijke auteur die hetzelfde stuk had uitgebracht voor theater onder de titel Het leven van Konstance: waer af volgt het toneelspel De Spaensche heidin. Tengnagels stuk ging drie maanden later in première. Het is moeilijk te zeggen welk stuk beter werd ontvangen, omdat ze in de schouwburgadministratie soms dezelfde titel hadden. Weliswaar zijn er negen herdrukken van Tengnagel bekend en van Verwers tekst slechts één herdruk. Zou het zo kunnen zijn dat de gelijktijdige opvoering van beide stukken door het zeventiende-eeuwse publiek werd beleefd als een battle of the sexes?
Hoe dan ook genoten de Amsterdammers van de spannende Spaanse plots en wendingen. Daarbij werden ze kennelijk niet gehinderd door de Spaanse herkomst – de Republiek en Spanje waren immers al bijna tachtig jaar met elkaar in oorlog.
‘Al haer groote pracht’
Verwers heeft veelzeggende keuzes gemaakt in haar bewerking. Cats adviseerde en instrueerde met zijn Trou-Ringh de maatschappij over talloze huwelijkskwesties. Dit deed hij aan de hand van verhalen over bijvoorbeeld partnerkeuze, standenverschillen tussen geliefden en hertrouwen. Om de christelijke lessen onder de aandacht te brengen voerde hij minder personages op en liet hij gebeurtenissen weg uit het Spaanse origineel. Verwers heeft deze christelijke lessen, op haar beurt, aangezet met nieuwe scènes en personages, waarvan het theaterpubliek enthousiast werd. In Cervantes’ verhaal wil Don Jan bijvoorbeeld thuis nadenken over het voorstel om zijn comfortabele leven in te ruilen voor een nomadisch bestaan. Bij Cats wordt die twijfel niet uitvoerig beschreven: Don Jan gaat naar huis en komt de volgende dag weer terug. Verwers echter, introduceert een scène met sappige beschrijvingen van de weelde die Don Jan achterlaat. Hij zegt gedag tegen diamanten kettingen (‘aerdigh gespan benauyt met Dyamant’), kleding van satijn met kostbare kant (‘kledren van satijn geboort met diere kant’) en verder ‘al wat uwe breyn op ’t prachtighst heeft bedocht.’ Het publiek smulde van een man die zijn status en bezit opgaf om bij zijn grote liefde te zijn:
Ick seg de Jeught adieu van ’t Adelijck gheslacht,
Met al de kostlijckheyt, waer mee sy moedigh pralen,
Al swierend over straet met al haer groote pracht.
Pronck-Juffers u ghetoy en al u aerdigh sieren,
U aerdighe gespan benaeyt met Dyamant,
Met Peerelen beset op veelderley manieren,
En kledren van satijn geboort met diere kant
Op ’t geestighst geborduert met Gout op sijde laecken,
En al wat uwe breyn op ’t prachtighst heeft bedocht. (v. 401-408)
Uitzonderlijk
Verwers was de eerste vrouwelijke dichter van wie een toneelstuk werd opgevoerd in de Amsterdamse Schouwburg. Na haar waren er nog twee zeventiende-eeuwse vrouwen die schreven voor de Schouwburg, Katharina Lescailje en Catharina Questiers, maar zij hadden allebei connecties met het theater. Dit maakt Verwers’ situatie extra bijzonder. Wat ook bijzonder is, is dat ze Spaensche Heydin twee jaar na haar huwelijk publiceerde. Veel vrouwen in de vroegmoderne tijd stopten met schrijven nadat ze getrouwd waren, omdat ze voor het huishouden en de kinderen moesten zorgen. Het was niet de bedoeling dat ze zich daarvan lieten afleiden door de literatuur, of iets anders. Verwers was in dit opzicht uitzonderlijk, omdat zij ervoor koos om te debuteren toen ze net getrouwd was. Al heeft ze na 1644 nog slechts gedichten gepubliceerd.
In een tijd waarin vrouwen minder kansen kregen dan mannen is het Catharina Verwers gelukt om uit te blinken in het schrijven. Haar vermogen om de grenzen van haar tijd te doorbreken, als toneelschrijfster en als getrouwde vrouw, is bewonderenswaardig. Haar Spaensche Heydin laat zien dat Verwers het creatieve en commerciële talent bezat om succesvol te zijn in de competitieve wereld van het toneel.