De literatuur van Sint Maarten
In 1981 kwam Wycliffe S. Smith met een kleine anthologie van de poëzie van de Bovenwindse eilanden onder de titel Windward Island Verse. Die bevatte Engelstalig werk van een twintigtal dichters, de meeste van Sint Maarten, Smith zelf is van Saba. Hij had de gedichten opgedeeld naar thematiek: Patriotic Verse, National Verse, Nature Poetry, Religious Poetry, Love Poetry, Identity Poetry. Maar omdat hij daar toch niet helemaal mee uitkwam, maakte hij ook nog een kleine afdeling Individuals, met daarin iemand als Fred Labega die gedichten had geschreven als ‘The Mosquito’ en ‘The Almighty Dollar’. Het jaar daarop stelde Smith opnieuw zo’n bundeltje samen met ongeveer dezelfde dichters: Winds above the hill. Ook hierin was weer aandacht voor de combinatie van een dramatische geschiedenis met oog voor de pracht van de natuur (die ook al in de 19de eeuw gezien werd in de indrukwekkende botanische tekeningen van Hendrik van Rijgersma).
Ruim dertig jaar later, in 2013, stelde Lasana Sekou een bloemlezing samen met poëzie van Sint Maarten onder de titel Where I See The Sun. Geen van de dichters uit de vroegere bundels is daarin terug te vinden, behalve Lasana Sekou zelf. Hij is dan ook al decennialang de motor achter veel van de literaire bedrijvigheid op het eiland: auteur van een twintigtal boeken, oprichter van uitgeverij House of Nehesi, initiator van de St. Martin’s Book Fair, krantenredacteur, co-regisseur van het theaterfestival Traditions. Behalve dat het om nieuwe stemmen gaat in Where I See The Sun, vallen nog wat zaken op. Veel van de dichters zijn niet op Sint Maarten geboren, net als Lasana Sekou zelf, die in 1959 onder de naam Harold Lake werd geboren in San Nicolas, Aruba. Op een enkeling na heeft geen van de dichters boekpublicaties op zijn of haar naam staan. Dat heeft ook wel te maken met de aard van veel werk: er zijn beoefenaars bij van spoken word, rap en hiphop, zij hebben wel wat gepubliceerd op sociale media en soms een naam gemaakt op voordrachtsevenementen in Marigot, Simpson Bay, Great Bay (Philipsburg) of elders op het eiland. Je mist daardoor ook bij de gedrukte teksten de sprankeling van de gesproken voordracht, zoals in dit gedicht van Patricia Chance-Duzant, ‘The Jasmine Tree’:
I‘m on my way, pit pat
I’m on my way, pit pat
You turn my head
I’m on my way, no time now to stop
pit pat, pit pat
filling me with your life’s perfume
pit pat, pit pat
You stop me in my path, once more
with some intoxicating sweet smelling:
3 sprigs
a bouquet for me
But no one will believe me!
You asked for it, drugging me so:
3 sprigs
a bouquet for Armelle!
There now, leave me alone.
You pushed me to do it.
I must go…
Pit pat, pit pat, pit pat
Bij een goede voordracht zal dit gedicht enorm aan kracht winnen. Daarmee zal het natuurlijk ook een directe voorzetting zijn van de orale traditie op het eiland.
Lasana Sekou heeft geen thematische indeling gemaakt in zijn bloemlezing. Dat veel gedichten een politieke strekking hebben, zal ook wel te maken hebben met de rol die de samensteller op het eiland speelt als een warm pleitbezorger voor de onafhankelijkheid van Sint Maarten.
Where I See The Sun bevat één stuk proza, een tekst van Tadzio Bervoets over het verdwijnen van The Great Salt Pond, het zoutmeer dat in koloniale tijden van grote betekenis was voor het scheepstransport en het conserveren van etenswaren. Bervoets noemt zijn tekst een ‘eulogy’, een lofrede, maar het is natuurlijk eerst en vooral een aanklacht tegen het feit dat ‘a beautiful body … withered and died by our own neglecting hands.’
Op Sint Maarten wordt er nauwelijks proza geschreven. In de grote bloemlezing Tropentaal samengesteld door Wim Rutgers komt geen enkele auteur van Sint Maarten voor. In Noordoostpassanten, samengesteld door Michiel van Kempen en Wim Rutgers, komt één prozaschrijver voor, namelijk Richard Hart Nibbrig, een op het eiland werkzame Nederlandse jurist die in 1992 de roman Sint Maarten merengues publiceerde. En natuurlijk is er altijd Lasana Sekou die korte verhalen schreef.
Of die schaarste aan proza aan de grootte van het eiland ligt? Derek Walcott kwam van een vergelijkbaar eiland: Saint Lucia, V.S. Naipaul van Trinidad en Saint-John Perse van Guadeloupe. Daarmee hebben we de drie Caraïbische winnaars voor de Nobelprijs voor Literatuur genoemd. Tot nu toe heeft het Nobel-comité geen auteur van Sint Maarten genomineerd, spoken word komt bij de Nobelprijs niet aan bod, maar als je zo mooi kunt schrijven als de Rastafarian Changa Hickinson in de openingsregels van ‘small change II’, mag je wel erg blij zijn met zo’n dichter:
There is a silence in death
which defies ignorance
yet stays too quiet
for its secrets to be known