Mijn lief, mijn lief, mijn lief

P.C. Hooft, c. 1610

Hooft heeft heel veel liefdesgedichten geschreven. De algemene formule daarvoor was het petrarkisme, dat terugging op de Italiaanse dichter Petrarca (1304-1374). Hooft voelde zich uitstekend thuis bij de petrarkistische literatuur, waarin de minnaar beurtelings uitgelaten vrolijk en diep bedroefd is. Zijn geliefde wil maar al te vaak niets van hem weten, behalve in de droom, zoals in het volgende sonnet:

Mijn lief, mijn lief, mijn lief

Audio file
Fragment voorgelezen door Ad Leerintveld
‘Mijn lief, mijn lief, mijn lief,’ zo sprak mijn lief mij toe,
terwijl mijn lippen op haar lieve lipjes weidden.
De woordjes alledrie, wel klaar en wel bescheiden
vloeiden mijn oren in, en roerden, ’k weet niet hoe,

al mijn gedachten om, staag malend, nimmer moe,
die ’t oor wantrouwden en de woordjes wederleidden.
Dies ik mijn vrouwe bad mij klaarder te verbreiden
haar onverwachte reên; en zij herhaalde ’t doe.

O rijkdom van mijn hart, dat overliep van vreugde!
Bedoven viel mijn ziel in haar vol hart van deugden.
Maar toen de Morgenster nam voor de dag haar wijk

is, met de klare zon, de waarheid droef verrezen.
Hemelse Goôn, hoe komt de schijn zo na aan ’t wezen,
het leven droom en droom het leven zo gelijk?

Met de liefde was het overigens niet allemaal spel voor Hooft. Een van zijn eerste vriendinnen, Brechje Spiegel, pleegde zelfmoord toen haar familie protesteerde tegen hun relatie. Zelf was Hooft ongelukkig verliefd op Ida Quekels, aan wie hij het toneelstuk Granida (Grote Ida) opdroeg en die later met zijn neef trouwde. Hooft had twee gelukkige huwelijken. Zijn eerste vrouw, Christina van Erp, overleed al vrij vroeg. Zijn tweede vrouw, Heleonora Hellemans, twijfelde eerst of ze wel op Hoofts avances wilde ingaan. Om haar te overtuigen van zijn liefde ondertekende hij toen een brief aan haar met zijn eigen bloed.

Video:  Mijn lief

Het sonnet 'Mijn lief' van P.C. Hooft (1581-1647) in een animatie van Noga Zohar.