Na de dood van haar ouders gaat Eline Vere inwonen bij haar zus Betsy en haar man Henk in Den Haag. Ze leeft in de gegoede kringen van de Haagse burgerij en hoeft niet te werken voor haar geld. Die omgeving werkt voor haar verstikkend. De dagelijkse bezigheden bestaan voor haar uit theevisites en operabezoeken en Eline ervaart die routine als een strop om haar nek en de mensen om haar heen als bekrompen en saai. Ondanks alle ontevredenheid onderneemt Eline niets om verandering in haar leven te brengen of om zich aan te passen aan haar omgeving. Met haar dromerijen maakt ze de werkelijkheid mooier dan die is, met als gevolg dat ze, eenmaal wakker geschud, steeds meer teleurgesteld raakt in het leven. Langzaam maar zeker raakt Eline ervan overtuigd dat haar leven beheerst wordt door het noodlot, waaraan niets te veranderen valt.
Morfine
Na een verblijf bij familie in Brussel keert Eline terug in Den Haag in het huis van haar zus. In Brussel is Eline ziek geworden en heeft van de arts aldaar morfine voorgeschreven gekregen. Eenmaal terug in Den Haag is Eline nog steeds niet beter en blijft de morfine gebruiken. Op een avond neemt ze haar voorgeschreven hoeveelheid in, waarna ze waanzinnig wordt. Als ze weer enigszins bedaard is, gaat ze op bed liggen in de hoop in slaap te vallen, maar dat wil niet lukken.
Als ze nog enkele druppelen meer dronk dan de dokter uit Brussel haar had voorgeschreven? Zou dat kwaad kunnen? Denkelijk niet, daar zij van de dosis, die zij placht te nemen, thans niets geen invloed scheen te ondervinden. Hoeveel druppels zou zij, zonder gevaar, er nog kunnen bijnemen?
Even zoveel als zij genomen had? Neen, dat was natuurlijk te veel. Wie weet wat er dan zou gebeuren. Maar, bijvoorbeeld, de helft? Dus nog... drie droppels? Neen, neen, zij durfde het niet: de dokter had haar zo ernstig op het hart gedrukt voorzichtig te zijn! Toch was het verleidelijk... En zij stond op.
Zij nam het flesje om de drie druppels te tellen.
Een... twee... drie, vier, vijf... De laatste twee vielen er in voór zij het flesje had kunnen oprichten. Vijf... zou dat te veel zijn? Zij weifelde een poos. Met die vijf druppels zou ze toch zeker slapen. Zij weifelde nog steeds. Maar opeens nam zij een besluit, toegelokt door het vooruitzicht te zullen rusten. En zij dronk.
Zij legde zich neer, op de grond, dicht bij de open balkondeur. Het angstzweet brak haar uit, en ze voelde zich zeer dof worden, maar zo vreemd dof, zo anders dan gewoonlijk.
"O mijn God!" dacht ze. "Mijn God! Mijn God! Zou het... te veel zijn geweest? "
Neen, neen, dat zou te verschrikkelijk zijn! De dood was zo zwart, zo leeg, zo onzegbaar! Maar toch, áls het zo was? En eensklaps versmolt haar vrees in een onmetelijke rust. Nu, als het zo was, dan was het goed....
De dood van Eline Vere is typerend voor haar hele karakter. Haar dood is niet een door haar gekozen dood, maar een dood die haar overkomt en waar ze zich bij neerlegt. Hoewel haar verlangen naar rust geassocieerd kan worden met het verlangen naar de dood, neemt Eline niet bewust een overdosis. Ze schiet uit bij het tellen van de druppels en besluit uiteindelijk om de druppels toch maar in te nemen. Pas op het moment dat ze deze heeft ingenomen en de morfine verkeerd valt, beseft ze dat de hoeveelheid druppels te groot was en dat ze zal dood gaan. Tegelijkertijd berust ze in haar lot.
Berusting
Dat Eline berust in het feit dat ze aan het sterven is, hangt samen met haar verlangen naar de dood. Enkele maanden voorafgaand aan haar dood denkt ze bij het zien van diverse wapens in de kamer van haar zwager na over hoe ze zichzelf van het leven zou kunnen beroven. Ophangen, vergiftigen, zichzelf neerschieten, ze gaat bij zichzelf diverse mogelijkheden na, om te concluderen ‘dat zij nooit, op welke wijze ook, zoû durven zich te vermoorden’. Besluiteloos als Eline is zou ze de keuze om zelfmoord te plegen nooit kunnen maken. Het leven was intussen voor haar wel een enorme last geworden, waardoor ze voor zichzelf had besloten het niet erg te vinden om dood te gaan (zolang de verantwoordelijkheid voor die keuze maar niet bij haar lag). Als zij enkele minuten na het innemen van de medicijnen beseft dat ze doodgaat, accepteert ze dit. ‘Nu, als het zo was, dan was het goed....’