Buitenleven

Nina Polak, 2022
Geschreven door Barbara Fraipont

Rivka Schaap en Esse Lukassen, de twee vrouwelijke hoofdpersonen in Nina Polaks roman Buitenleven, verhuizen met hun hond Snibbe van de Randstad naar het Nederlandse noordelijke platteland. Daar hebben ze een oud huis met een grote tuin gekocht. Hun verhuizing moest ‘een experiment’ zijn, want ‘wat deden twee vrouwen, geliefden, in het noorden?’ Beiden hoopten door de werking van het grootse buitenleven, de natuur en de stilte andere perspectieven te verkrijgen en hun relatie een nieuwe wending te geven. Rivka, een vijfendertigjarige schrijfster, hoopt er een nieuw boek te kunnen schrijven, maar krijgt last van een writer’s block. Esse daarentegen vindt vrij snel haar draai in de nieuwe omgeving en gaat aan de slag als basketbaltrainster. Door de ontmoeting met Eva Alta, een bekende psychiater uit de buurt, nemen de spanningen tussen beide vrouwen toe. Ook het anti-homoseksuele geweld dat ze ondervinden zet de relatie onder druk.

Wisselend en onkenbaar bewustzijn

De lezer weet al vanaf het begin dat het niet goed zal aflopen met deze relatie. De roman opent namelijk met het einde. We lezen dat Rivka zich alleen en eenzaam in de stad bevindt. De schrijfster is in een zodanig depressieve toestand dat ze overweegt om haar naam te veranderen en elders helemaal opnieuw te beginnen: ‘Ze had overwogen haar naam te veranderen. Dat moest het dieptepunt geweest zijn, een laf alternatief voor de doodswens.’

Het beginhoofdstuk wordt gevolgd door het verhaal van beide vrouwen sinds hun verhuizing tot de breuk en Rivka’s depressie. Van buitenaf verteld, in de derde persoon, volgen we afwisselend Rivka en Esse. Door dat afstandelijke vertelperspectief wordt ook benadrukt dat het iedereen slecht lukt zich in elkaar te verplaatsen. Bovendien kom je er daardoor niet achter wat er zich afspeelt in de gedachten van het personage. Hiermee wordt het idee gesuggereerd dat dat bewustzijn – net zoals dat van de hond Snibbe (‘een onkenbaar bewustzijn’) in het verhaal – niet (helemaal) te kennen valt. De moeilijkheid en soms onmogelijkheid om in woorden te vertellen wat er zich in je hoofd afspeelt, vormt dan ook een bijzonder aandachtspunt in de roman: ‘Ik kan toch niet de hele tijd exact weten wat er gaande is in jouw hoofd, Es? Daar zijn we twee verschillende mensen voor, twee losse bewustzijnen. Je kunt het me wel vertellen. Met woorden. Hoe gaat het in je hoofd?’

De naam- en natuursymboliek

Het vertelperspectief maakt ook duidelijk dat de omgeving en de natuur een andere uitwerking hebben op beide vrouwen. Esse lijkt bijzonder te gedijen in het groene Noord-Nederland. Niet voor niets valt in Esses naam een verwijzing te ontwaren naar een hoge loofboom, de es. Esse die vaak in afgekorte vorm Es wordt genoemd, is trouwens klaar om in Onderweer ‘wortel te schieten, als een plataan’. Ook de naam van het fictieve dorpje Onderweer kan je symbolisch lezen als een dreigend onweer: Rivka’s nakende depressie en de groter wordende afgrond tussen beide vrouwen. Polak plaatst haar personages in het landelijke Onderweer met verwijzingen naar de ongerepte natuur als romantisch ideaalbeeld. Dat blijkt bijvoorbeeld uit verwijzingen naar Henry Thoreaus Walden en bespiegelingen als die van de Vlaamse dichter Guido Gezelle in het hoofd van Rivka: ‘Rivka […] leek een moment poreus voor de plek; het ruisen van het riet, de vogels die erdoorheen slopen, […]’. De manier waarop Polak (plaats)namen gebruikt om naar een diepere betekenis of zoals hier naar een psychologisch motief te verwijzen, is geen uitzondering in haar werk. Ook in haar eerdere romans krijgen namen steevast (sterk) symbolische ladingen en werken ze structurerend voor het verhaal en karakteriserend voor de personages.

Ontworteling en midlifecrisis

De symbolische karakterisering van de personages draagt bij aan het hoofdthema van de roman, namelijk de problematische en affectieve relatie tussen twee complexe personages op een moment van crisis. In dat verband kunnen we Nina Polak (Haarlem, 1986) rekenen tot de millenial-literatuur. Dit wil zeggen dat de Nederlandse schrijfster in haar werk vaak verwoordt dat deze generatie worstelt met het verlangen naar ‘affectieve’ (gevoels)relaties enerzijds, en een gevoel van afstand anderzijds. Zie bijvoorbeeld ook Niña Weijers in De Consequenties

Via haar twee vrouwelijke hoofdpersonen brengt Polak de spanning tussen enerzijds het nomadische en de ontworteling en anderzijds gehechtheid en verbondenheid naar voren. Terwijl Rivka de ‘stepperoller’ vertegenwoordigt, belichaamt Esse de ‘plataan’. Deze thematische tegenstelling past in een grotere reeks tegenstellingen in de roman: stad vs. platteland, binnen vs. buiten, het collectieve vs. het particuliere, verbinding vs. onthechting, kunst vs. natuur. Het verhaal beschrijft de zoektocht naar een waarheid en een manier van leven die zich tussen zulke tegenstellingen in bevindt. Dit sluit aan bij het ‘relationisme’ dat we meer zien in romans van Polaks generatie. Ook de rol van de natuur in de roman hangt daarmee samen.

De natuurwereld

Ecoreflecties komen vaak voor in de roman. Zo is er de verwijzing naar ‘het bomenboek’ van Peter Wohlleben en diens ‘verhaal over “het geheime netwerk van de natuur”, waarin planten en dieren met elkaar samenwerken om alles draaiende te houden’. Zulke natuurwetenschappelijke gedachten steunen en activeren een natuurgerichte visie in de roman. 

De natuurwereld (de planten, de dieren en ook de zee) verschijnt in Buitenleven niet alleen op de achtergrond, zoals vroeger gebeurde in romans: als metafoor of symbolische natuurbeschrijvingen. In plaats daarvan krijgt de natuur een eigen rol. Wanneer Rivka bij haar moeder in Den Haag op bezoek is, komt de zee niet alleen in beeld als ‘grijs en uniform’, maar is het ook ‘een wezen dat iets onverstaanbaars te vertellen had’. Ook Snibbe de hond, ‘symbool voor de dood, maar evengoed het trouwste dier op aarde, een vriend, als je het op de juiste manier bekeek’, is Esses en Rivka’s ‘steundier’ dat hen helpt te relativeren:

De hond zat voor Rivka, gaf haar steeds opnieuw zijn vochtige poot, een gebaar van relativering – hier waren we, niet ergens anders, kijk naar mij en gooi die stok. […] Wat was Snibbe? Een bundel vlees, vacht en botten; een onkenbaar bewustzijn, een verzameling verlangens; een zorg die ze zich hadden toegeëigend om iets te vervullen; de armzalige die onwetend haar dolende symboliek moest dragen – een zwarte hond.

Snibbe speelt in de roman een volwaardige rol en is de mediator tussen beide vrouwen. De gedachte aan hem brengt Rivka dichter bij Esse: ‘Ze dacht aan de hond, zijn adem een wolk, in een dampend veld, tollend van pret, en daarmee, wist ze, was Esse dichtbij met haar geur en haar huid en al dat zinnelijke, onmisbare, verlorene.’ Polaks roman reikt naast psychologisch-menselijke ook intersoortelijke en ecologische perspectieven aan. Zo sluit Buitenleven tegelijk aan bij de affectieve crisis van personages in het Antropoceen als bij het relationisme en ecokritische vraagstukken in recente romans.

Vlogboek: Buitenleven van Nina Polak

De Lezer des Vaderlands bespreekt Buitenleven van Nina Polak.