Voorbeeldige levens

Exempelen en heiligenlevens

De middeleeuwse kerk hield de gelovigen goede voorbeelden voor. Exempelen en heiligenlevens lieten zien hoe de mens goed kon leven en het slechte kon vermijden.

Een goed verhaal werkt altijd beter dan een strenge en saaie les. Predikers in de middeleeuwen hadden dat goed begrepen. Ze vertelden hun boodschap daarom vaak in de vorm van spannende anekdotes en ontroerende verhalen. Vaak gingen die verhalen over gewone stervelingen, over kwaadaardige duivels en over de goedheid van Maria en Jezus.

Middeleeuwse exempelen zijn korte verhalen over goed en kwaad. Ze vertellen hoe gewone mensen voortdurend bloot staan aan goede en slechte invloeden. Ze kunnen toegeven aan de verleidingen van de duivel, maar ze kunnen zich ook tot Maria of Jezus wenden.

Het exempel over Theophilus

Een heel bekend verhaal, dat overal in Europa verteld werd, gaat over de vrome priester Theophilus. Als hij onrechtvaardig behandeld is en wordt ontslagen, verkoopt hij zijn ziel aan de duivel. Theophilus krijgt grote macht. Maar na lange tijd heeft hij enorm veel spijt en richt hij zich tot Maria. Hij smeekt om van de duivel verlost te worden. Maria legt hem nu een zware straf op en nadat hij jarenlang boete heeft gedaan, is hij vrij van de duivel en sterft hij in vrede. Eind goed, al goed. De boodschap is dat iedereen zich aan God of Maria moet toevertrouwen.

Precies zo gaat het met de non Beatrijs, aan wie een van de bekendste Middelnederlandse verhalen is gewijd. Ook zij leidt een zondig leven, maar krijgt genade door zich tot Maria te richten.

De heilige Franciscus

Het doel voor alle mensen was het bereiken van de hemel. Dit was mogelijk door te geloven in Christus als verlosser en door bovendien een goed leven te leiden, dat wil zeggen armen te helpen, je niet over te geven aan vraatzucht of diefstal, niet te moorden en je niet te laten leiden door gierigheid en afgunst, kortom: door te doen wat God van je verlangde. Om te laten zien hoe zo'n goed leven eruit zag, werden spannende, meeslepende en ontroerende verhalen verteld over heiligen. Dat waren gewone aardse stervelingen die een voorbeeldig leven hadden geleid.

Een heel bekend voorbeeld was Franciscus uit de Italiaanse stad Assisi die leefde van 1181-1226. Als zoon van een rijke koopman leidde hij een aangenaam leventje en schreef hij liefdesliedjes naar de laatste mode. In een oorlog tussen Assisi en Perugia werd hij een jaar lang gevangen genomen. Kort na zijn vrijlating kwam de ommekeer in zijn leven. Na een conflict met zijn vader, besloot hij alle rijkdom achter zich te laten en in armoede te leven. Hij trok prekend door het land en leefde van wat de mensen hem gaven. Al gauw trok hij leerlingen aan en de roem van Franciscus verspreidde zich. Binnen een paar jaar had hij duizenden aanhangers. Uit deze beweging ontstond de Orde van de Minderbroeders (ofwel de Franciscanen). Franciscus leefde naar het voorbeeld van Jezus. Al tijdens zijn leven beschouwden de mensen hem als een heilige, helemaal toen hij in 1224 zo opging in het lijden van Jezus, dat hij wonden kreeg op dezelfde plaats als waar Jezus verwond was bij zijn kruisiging (ze worden stigmata genoemd). Na Franciscus' dood werden de Minderbroeders een van de belangrijkste kloosterorden in de late middeleeuwen en de verhalen over Franciscus werden overal verteld. Al tamelijk snel, rond 1275, werd een daarvan in het Nederlands vertaald door Jacob van Maerlant.

Franciscus van Assisi was de bekendste heilige uit de middeleeuwen maar lang niet de enige. Ook in Nederland en België leefden mensen die werden vereerd als heiligen en door de kerk als zodanig werden erkend. Uit de vroege middeleeuwen kennen we bijvoorbeeld Bonifacius, een Ierse monnik die het christendom wilde verbreiden en die bij Dokkum werd vermoord. Een vroege heilige die vooral in Limburg optrad, was Servaas. Hij was de eerste bisschop van Maastricht. Het verhaal van zijn leven werd in het Nederlands opgeschreven door Hendrik van Veldeke.

Lidwina van Schiedam

Lidwina van Schiedam is een heilige uit de late middeleeuwen. Ze was het negende kind uit een arm gezin en leidde een leven zoals veel gewone mensen in die tijd. Op haar vijftiende kwam ze ten val op het ijs, waarbij ze verwondingen opliep waaraan ze heel haar verdere leven zou lijden. Ze wijdde zich helemaal aan God en stierf in 1433, na een ziekbed van 38 jaar. Haar voorbeeldig gedragen lijden en de wonderbaarlijke genezingen in haar omgeving, zorgden ervoor dat ze als een heilige werd vereerd. Het aangrijpende verhaal van haar leven werd al gauw in druk verspreid.

Verhalen over voorbeeldige levens dienden om mensen te leren hoe ze zelf moesten leven. Een arme Schiedamse vrouw of een koopmanszoon waren herkenbaar voor bijna iedereen en hun levensverhalen maakten dus grote indruk. Maar het voorbeeldige leven bij uitstek was het leven van Jezus, een timmermanszoon uit Nazareth. Hij was het beste voorbeeld om na te volgen. Juist daarom werd het verhaal van zijn leven, dat natuurlijk in de eerste plaats uit de Bijbel bekend was, in allerlei versies verteld.

In de middeleeuwen werden aan de bijbelse verhalen allerlei details toegevoegd om Jezus gewoner te laten zijn, bij voorbeeld in Vanden levene Ons Heren. Zo werd verteld hoe hij zijn vader hielp met timmeren en hoe hij boeken las terwijl zijn moeder zat te weven. Wie naar zijn voorbeeld zou leven, bereikte de hemel. De navolging van Christus was hét ideaal bij uitstek. Het is dan ook geen toeval dat een boek met deze titel (De imitatione Christi, Latijn voor Over de navolging van Christus, geschreven door Thomas van Kempen) een bestseller was.