Symbolisme in de poëzie rond 1900

De schoonheid van een hogere werkelijkheid

Poëzie was voor de symbolist niet in de eerste plaats de uitdrukking van de eigen gevoelens. In plaats daarvan moest het gedicht voeren tot het hogere of ‘het schone’, bijvoorbeeld door symbolen of door het taalgebruik.

Het was rumoerig in de wereld aan het begin van de twintigste eeuw. Maar er waren dichters die zich weinig aantrokken van wat er allemaal in de buitenwereld gebeurde. ‘Toeschouwer ben ik uit een hoge toren / een ruimte scheidt mij van de wereld af’ - zo beschreef Martinus Nijhoff de positie van de symbolistische dichters. In hun opvatting was het niet de taak van de dichter om in zijn werk iets te zeggen over de samenleving. Poëzie moest niet gaan over de alledaagse realiteit van bijvoorbeeld oorlog of werkeloosheid, maar moest zich juist richten op wat daarboven uitstijgt, op ‘het hogere’.

Een wereld boven de onze

Symbolisten gaan ervan uit dat de wereld weliswaar chaotisch en verwarrend is, maar dat er een hogere wereld is waarin er wel orde en eenheid heerst. Aan het begin van de negentiende eeuw gingen ook al Engelse en Franse romantici hen voor met de idee dat er een wereld boven de onze bestaat. Zo weerspiegelt alles op aarde, tot in het kleinste regendruppeltje, die andere wereld: het heeft daar, een analogie mee, een ‘correspondentie’, zoals de Franse dichter Baudelaire schreef.

Het belangrijkste kenmerk van de symbolisten is dat zij het gedicht beschouwen als een instrument of kenmiddel om in contact te komen met de schoonheid van een hogere werkelijkheid. Dat kan bijvoorbeeld door het gebruik van ‘symbolen’. Daarmee worden geen vastliggende begrippen bedoeld, zoals ‘het hart’, dat staat voor ‘liefde’, maar unieke en daardoor soms moeilijk te interpreteren concepten, die ze ontlenen aan de wereld van de droom, de mythologie en zelfs de esoterie.

Schoonheidscultus

Om die onzegbare wereld te kunnen uitdrukken, gebruiken symbolisten ook vaak suggestie, dat is het tweede kenmerk van het symbolisme. Om een andere werkelijkheid te suggereren maken ze veelvuldig gebruik van schilderende stijlmiddelen als de synesthesie (waarbij verschillende zintuigen worden gecombineerd) en van andere vormen van beeldspraak, zoals uitgewerkte vergelijkingen en metaforen (allegorie). Daardoor wordt hun taal ook vaak ambigu (meerduidig), zoals dat later ook in het modernisme het geval zal zijn. We staan hier dus aan het begin van de moderne poëzie.

Een belangrijk gevolg van die schoonheidscultus is dat symbolistische poëzie vaak naar zichzelf verwijst, en zo kunst-om-de kunst wordt (‘l’art pour l’art’ met een bekende Franse term). In veel gedichten ligt de nadruk dan ook op de (on)mogelijkheden van de taal; zo worden nogal eens woorden als ‘onzegbaar’, ‘murmelen’, ‘fluisteren’ enz. gebruikt.

J.H. Leopold

Hoewel er in Vlaanderen en Nederland, in tegenstelling tot in Frankrijk, geen vaste groep symbolisten heeft bestaan, kan een aantal auteurs toch met de stroming in verband worden gebracht. Ze staan niet los van de beweging van Tachtig, maar leggen minder nadruk op de persoonlijke gevoelens. Te denken valt in het Zuiden aan Karel van de Woestijne en in het Noorden aan dichters als Albert Verwey en Herman Gorter, maar vooral aan J.H. Leopold, P.C. Boutens en Adriaan Roland Holst. Een beroemd symbolistisch gedicht van Leopold (1865-1925) is ‘Regen’. De ‘ik’ bekijkt een regendruppel die na een bui nog is te zien op een raam. In die druppel wordt de hele wereld weerspiegeld, zoals blijkt uit de laatste strofe:

Audio file
Fragment voorgelezen door: Martijn Nicolaas

en al de blinking en het vergezicht,
van hemel en van aarde, akkerzwart,
stralende waters, heggen, het verward
beweeg van menschen, die naar buiten komen,
ploegpaarden langs den weg, de oude boomen
voor huis en hof en over hen de glans
der daggeboort, de diepe hemeltrans
met schitterzon, wereld en ruim heelal:
het is bevat in dit klein trilkristal.

Dichter draagt voor: Verwey

Toen Ramsey Nasr de Nederlandse Dichter des Vaderlands was, presenteerde hij een serie van 21 verfilmde gedichten. Dit is Baders hartewens van Albert Verwey.

Dichter draagt voor: Boutens

Toen Ramsey Nasr de Nederlandse Dichter des Vaderlands was, presenteerde hij een serie van 21 verfilmde gedichten. Dit is Slaapwandelen van P.C. Boutens.

Dichter draagt voor: Leopold

Toen Ramsey Nasr de Nederlandse Dichter des Vaderlands was, presenteerde hij een serie van 21 verfilmde gedichten. Dit is O, als ik dood zal, dood zal zijn van J.H. Leopold.