Thea Beckman

Spannende en avontuurlijke romans voor jong en oud
Rotterdam 1923 – Bunnik 2004
Geschreven door Janneke van der Veer

De naam Thea Beckman roept bij veel mensen herinneringen op aan historische jeugdromans als Kruistocht in spijkerbroek (1973) en Geef me de ruimte! (1976), en aan de toekomstroman Kinderen van Moeder Aarde (1985). Stuk voor stuk titels die veel succes hadden bij de lezers. Recensenten hadden echter ook kritiek.

Jeugd en huwelijk

Thea Beckman werd op 23 juli 1923 als Theodora – roepnaam Doortje en later Dora – Petie in Rotterdam geboren. Haar vader was kantoorbediende bij de Holland Amerika Lijn, haar moeder was huisvrouw. Ze was enig kind en las veel, waaronder boeken als Pietje Bell, Niels Holgersson en De vier heemskinderen. Tijdens de economische crisis in de jaren dertig van de twintigste eeuw werd haar vader werkloos, waardoor ze niet verder kon leren. Op voorstel van haar vader ging ze naar de industrieschool met het doel coupeuse te worden, maar dat was geen succes. Haar moeder zorgde ervoor dat ze alsnog naar de mulo ging. Daarna ging ze op een kantoor werken.

In 1945 trouwde ze met timmerman/aannemer Dirk Beckmann, met wie ze drie kinderen kreeg. In 1958 verhuisde het gezin naar Bunnik, waar ze haar verdere leven zou wonen. Toen de kinderen groter werden, greep ze haar kans om te studeren. Eerst behaalde ze het atheneumdiploma, daarna begon ze aan de studie sociale psychologie, die ze in 1981 afrondde met een scriptie over de invloed van boeken op jongeren.

Beginnend schrijfster

Over een carrière als schrijfster droomde Thea Beckman al als kind. Pas nadat ze getrouwd was, begon ze er serieus werk van te maken, allereerst met het doel om het gezinsbudget aan te vullen. Dat deed ze door journalistieke bijdragen te leveren aan vrouwentijdschriften, het Utrechts Nieuwsblad en de Haagse Post. Voor de jeugdtijdschriften Kris Kras en Taptoe schreef ze korte verhalen. Haar eerste jeugdboek verscheen in 1957 bij uitgeverij Ploegsma: De ongelooflijke avonturen van Tim en Holderdebolder, een sprookjesachtig verhaal over dieren en kabouters. Dat was ook het moment dat haar schrijversnaam – op verzoek van de uitgever die haar naam te Duits vond klinken – Beckman werd, dus zonder de tweede ‘n’. Een jaar later publiceerde ze een weinig succesvolle roman voor volwassenen: Anjers voor Adèle.

In 1966 kwam er een einde aan haar medewerking aan het tijdschrift Kris Kras doordat het blad werd opgeheven. Dat bood ruimte voor een nieuwe stap, waarbij ook meespeelde dat haar kinderen minder zorg nodig hadden. Voor de toen nog jonge uitgeverij Lemniscaat begon ze vele pagina’s tellende jeugdboeken te schrijven over historische onderwerpen.

Historische jeugdboeken

De publicatie van Kruistocht in spijkerbroek in 1973 betekende haar doorbraak als jeugdboekenschrijfster. Met het spannende verhaal over de vijftienjarige Dolf die via een tijdmachine in een van de dertiende-eeuwse Kinderkruistochten terechtkomt en vanuit een twintigste-eeuws gezichtspunt de historische gebeurtenissen beziet, bereikte ze een enorm lezerspubliek. Vervolgens verschenen drie boeken over de Honderdjarige Oorlog in Frankrijk: Geef me de ruimte! (1976), Triomf van de verschroeide aarde (1977) en Het rad van fortuin (1978). Andere historische jeugdromans zijn onder meer Stad in de storm (1979), Hasse Simonsdochter (1983), De val van Vredeborch (1988) en Saartje Tadema (1996).

Toekomstromans

Na de publicatie van enkele succesvolle historische romans legde Thea Beckman zich toe op het schrijven van de trilogie Kinderen van Moeder Aarde, dat in de toekomst speelt, zeshonderd jaar na de Derde Wereldoorlog. De drie delen Kinderen van Moeder Aarde (1985), Het helse paradijs (1987) en Het Gulden Vlies van Thule (1989) spelen in het paradijselijke Thule, een land dat eerder Groenland heette en dat ontstaan was na het kantelen van de aarde, een gevolg van de kernoorlog. Bijzonder aan Thule is dat het wordt bestuurd door vrouwen en dat mannen volkomen tevreden zijn met een ondergeschikte positie. Het land wordt echter bedreigd wordt door de heerszuchtige, uit het vroegere Europa afkomstige Badeners, die het voorzien hebben op de grondstoffen in Thule.

Vanwege de belangrijke rol die vrouwen hebben in Kinderen van Moeder Aarde, wordt de trilogie soms als Beckmans meest feministische werk beschouwd. De schrijfster had echter weinig op met de term feminisme, aldus haar biografe Vivian de Gier, ‘maar belichaamde het wel in de praktijk’. Daarbij idealiseerde ze een vrouwenmaatschappij ook zeker niet.

Ander werk

Behalve jeugdromans over historische onderwerpen en de toekomst schreef Thea Beckman boeken voor kinderen over maatschappelijke onderwerpen als gebroken gezinnen en hoofdbegaafdheid. Van het eerste zijn Mijn vader woont in Brazilië (1974) en Wij zijn wegwerpkinderen (1980) voorbeelden. Wonderkinderen (1984) gaat over twee tienjarige hoofdbegaafde kinderen, die hun weg op de middelbare school moeten vinden. Ook schreef ze fantasieverhalen voor jonge kinderen, zoals Een bos vol spoken (1988).

Werkwijze

Kenmerkend voor de werkwijze van Thea Beckman bij het schrijven van haar boeken was een grondige voorbereiding. Of het nu een historisch onderwerp was of een verhaal dat in de toekomst speelt, de geografische en historische feiten moesten kloppen net als achtergronden over het klimaat en dergelijke. Ze las zich grondig in over het onderwerp, deed archiefonderzoek en was regelmatig op stap in binnen- en buitenland om onderzoek te doen. Zo bezocht ze Nederlandse steden als Utrecht, Rotterdam en Kampen voor boeken als Stad in de storm (1979), Het geheim van Rotterdam (1990) en De Stomme van Kampen (1992), en voor De doge-ring van Venetië (1994) ging ze naar Venetië. Voor haar eerste historische roman, Kruistocht in spijkerbroek, reisde ze enige tijd door het Midden-Oosten en voor de trilogie over de Honderdjarige Oorlog verbleef ze langdurig in Frankrijk. Kinderen van Moeder Aarde bracht haar naar landen als Zweden en Groenland.

Pas als ze haar onderzoek had afgerond, begon ze te schrijven. Dat gebeurde niet volgens een vooropgezet plan. Ze liet het verhaal als het ware onder haar handen groeien, waarbij ze zorgde voor een flinke dosis spanning. Haar belangstelling ging vooral uit naar het leven van gewone mensen. Naar aanleiding van haar historische romans zei ze daarover in een interview met Peter van den Hoven: “Je ziet dat eigenlijk de gehele geschiedenis lang: hoe de gewone mensen geknecht en uitgebuit worden. Maar daarover vind je weinig in de officiële geschiedenisboeken en ook niet in die voor kinderen.” Vaak koos ze voor sterke hoofdpersonen, in veel gevallen meisjes, die in staat waren om hun eigen boontjes te doppen.

Levenseinde

De tachtigste verjaardag van Thea Beckman in 2003 werd uitgebreid gevierd. Ter gelegenheid daarvan verscheen haar laatste boek: Gekaapt! Ook kondigde uitgeverij Lemniscaat de verfilming van Kruistocht in spijkerbroek aan. De première van Crusade in Jeans in 2006 maakte de schrijfster niet meer mee. Ze overleed op 5 mei 2004 in haar woning te Bunnik.

Waardering en betekenis

Thea Beckman, van wie een biografie in voorbereiding is, schreef ruim dertig jeugdboeken. Boeken die populair waren bij een groot publiek en dat is nog steeds het geval. De opgebouwde spanning, het avontuurlijke karakter van de verhalen en de vlotte schrijfstijl spreken een groot aantal lezers aan, jong en oud. Haar boeken bieden leesplezier en wekken belangstelling op voor historische onderwerpen. Veel titels werden meerdere malen herdrukt en vertaald. Zo verscheen van Kruistocht in spijkerbroek – haar meest succesvolle boek – in 2022 de 94ste druk.

Van officiële zijde was er ook volop waardering. Voor het fantasieverhaal Met Korilu de griemel rond (1970), in 1981 herdrukt als Zwerftocht met Korilu, ontving ze in 1971 een Zilveren Griffel. Drie jaar later werd aan Kruistocht in spijkerbroek de Gouden Griffel toegekend, waarna dit boek in 1976 werd bekroond met de Prix historique, de Europese prijs voor het beste historische jeugdboek. Een tweede Zilveren Griffel ontving Thea Beckman in 1980 voor Stad in de storm. Wij zijn wegwerpkinderen kreeg in 1981 een plek op de Vlag en Wimpel-lijst. In 1984 kende de Vereniging van docenten geschiedenis en staatsinrichting in Nederland (VGN) Thea Beckman de Huib de Ruyterprijs toe voor haar historische boeken. Van de zijde van de kinderjury’s was er ook enthousiasme voor haar boeken. Zo werd Een bos vol spoken in 1989 bekroond met de Prijs van de Nederlandse Kinderjury. Deze prijs werd in 1991 toegekend aan Het geheim van Rotterdam.

Van de stad Kampen kreeg ze in 1993 de dr. Fehrmanprijs vanwege drie boeken die ze over deze Hanzestad heeft geschreven: Hasse Simonsdochter (1983), Het wonder van Frieswijck (Kinderboekenweekgeschenk 1991) en De Stomme van Kampen (1992). Tien jaar later publiceerde ze nog een boek waarin Kampen een rol speelt: Gekaapt! (2003). Voor dit boek ontving ze datzelfde jaar de Bontekoeprijs voor het beste historische jeugdboek. Vanaf 2004 heet deze prijs de Archeon Thea Beckmanprijs, die jaarlijks wordt uitgereikt in museumpark Archeon. In 1998 werd Thea Beckman voor haar hele oeuvre geridderd in de Orde van de Nederlandse Leeuw.

Ondanks alle prijzen die Thea Beckman in de wacht sleepte met haar werk en de waardering die ze kreeg van de lezers was er ook kritiek. Sommige literaire recensenten oordeelden dat haar taalgebruik clichématig was en de personages onvoldoende uitgewerkt. Daar trok Beckman zich echter weinig van aan. Het bevorderen van leesplezier stond bij haar voorop. Daarbij ging ze maatschappelijke onderwerpen niet uit de weg. De verschrikkingen van oorlogen, klassenongelijkheid en de vrijheid om zelf beslissingen te kunnen nemen zijn thema’s die veelvuldig voorkomen in haar boeken.

Lawines razen. Podcast over kinderboekklassiekers

Een podcast waarin klassieke Nederlandstalige kinderboeken opnieuw gelezen en besproken worden met schrijvers van nu. In aflevering 8: Kinderen van Moeder Aarde van Thea Beckman.