Image
Afbeelding uit 1896 met het bloedbad in Boston in 1770 dat deel uitmaakte van de Amerikaanse Revolutionaire Oorlog

Oorlog en verzet

Strijd tussen stammen, religies, volkeren, landen en natiestaten is van alle tijden. Oorlog voeren doen mensen al sinds de vroegste tijden en erover vertellen ook. Oorlog en verzet lopen als een rode draad door de geschiedenis van de mensheid én door de literatuurgeschiedenis.

In de Nederlandstalige literatuur zijn veel reflecties op oorlog en verzet te vinden: dat begint al in de middeleeuwen met ridderromans en loopt door tot op de dag van vandaag. In strijdliederen en verzetsteksten verzetten mensen zich tegen de vijand of het heersende gezag, en sommige mensen beschreven hun ervaringen tijdens de oorlog in een geheim dagboek, dat later werd gepubliceerd. Ook na de oorlog zijn er romans vol geschreven over het onderwerp en de gebeurtenissen, als verwerking van het leed en verdriet. 


Middeleeuwen 

In het feodale tijdperk bestonden er eigenlijk geen beroepslegers. Het was de vorst die in tijden van nood zijn leenmannen bij elkaar riep en ten strijde trok. Naarmate de leenmannen machtiger werden, waren ze minder bereid om voor hun vorst als krijgsman op te treden. Daarom zocht de vorst steun bij de lagere adel, die hij tegen betaling in dienst nam als raadgevers en militairen: de ‘ridders’. Vanaf ongeveer 1100 werden in Europa talloze ridderromans gedicht. De meeste ridderromans spelen zich af aan en rond het hof van Karel de Grote of van de mythische koning Arthur. Veel Karelromans zijn hoofdzakelijk gewijd aan oorlog en massa-gevechten, vaak tussen christenen en moslims, terwijl in de Arthurromans de nadruk ligt op individuele avonturen, toernooien en tweegevechten en de hoofse liefde. Belangrijke voorbeelden uit de literatuur zijn de ridderomans Ferguut en Karel ende Elegast.


16e/17e eeuw 

In de 16e eeuw begon de Tachtigjarige oorlog die duurde van 1568 tot 1648. Daarna volgde in de 17e eeuw nog een aantal Nederlands-Engelse oorlogen die vaak zo’n twee jaar duurden. De ‘geuzenliederen’ uit deze tijd zijn een uitstekend voorbeeld van verzetsliteratuur én laten zien hoe literaire teksten maatschappelijke en politieke gebeurtenissen begeleiden. De literatuur maakt propaganda voor de Nederlandse opstand tegen de Spanjaarden in de Tachtigjarige oorlog. Het Wilhelmus is zo’n ‘geuzenlied’, waarin Willem van Oranje aan het woord is. Hij was de aanvoerder van het Nederlandse leger, dat aan het einde van de zestiende eeuw vocht tegen de Spanjaarden. In de oorlog tegen Spanje kwam het in Noord-Nederland bijna tot een burgeroorlog. De politieke executies van Johan van Oldenbarnevelt en Johan de Witt werden in veel teksten bekritiseerd en herdacht. Belangrijke voorbeelden uit de literatuur in deze periode zijn geuzenliederen (incl Wilhelmus), Nederlandsche Historiën van P.C. Hoofts en De byencorf der H. Roomsche Kercke van Marnix van Sint-Aldegonde.


19e eeuw

Ook de Belgische opstand in de 19e eeuw was een strijd die interessante literatuur heeft opgeleverd. Het was weliswaar een korte strijd maar voor de Lage Landen wel een belangrijke strijd: hierdoor raakten de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden gescheiden en ontstond het land België. Hier speelde een taalstrijd tussen Frans en Vlaams en de oude godsdiensttegenstelling tussen rooms en protestants bleef ook wringen. Op een gegeven moment had de Brusselse elite genoeg van de Hollanders. De opstand brak uit in 1830, en na een korte felle strijd moest Nederland zich terugtrekken uit België. Belangrijke literaire werken uit deze periode zijn De leeuw van Vlaanderen van Hendrik Conscience, het werk van Jan Frans Willems en De drie zustersteden van Karel Ledeganck.


20e eeuw

In de twintigste eeuw woedden twee grote wereldoorlogen: de Eerste Wereldoorlog van 1914 tot 1918 en de Tweede Wereldoorlog van 1939 tot 1945. Nederland was neutraal in de Eerste Wereldoorlog maar België was het slagveld van deze loopgravenoorlog en in de Vlaamse literatuur zijn dan ook veel romans verschenen die over de verwerking van deze tijd gaan. De Tweede Wereldoorlog met de afschuwwekkende Jodenvervolging is dan weer in de naoorlogse Nederlandse literatuur een niet weg te denken onderwerp. Klassieke voorbeelden uit WOII zijn natuurlijk het dagboek van Anne Frank, dat een beeld geeft van de Jodenvervolging in Nederland, en de roman Het verdriet van België van Hugo Claus, over de collaboratie in België tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ook in de 21e eeuw verschijnen er nog nieuwe literaire werken over beide oorlogen.

Belangrijke werken over WOI zijn: de dagboeken van Karel van de Woestijne en Virginie Loveling, Bezette stad van Paul van Ostaijen, Oorlogsvisioenen van Cyriel Buysse, Eer Vlaanderen vergaat van Jozef Simons, Oorlog en terpentijn van Stefan Hertmans, Godenslaap van Erwin Mortier en De herinnerde soldaat van Anjet Daanje.
Voor WOII zijn dat de dagboeken van Anne Frank, Etty Hillesum en David Koker, Oorlogswinter van Jan Terlouw, Het bittere kruid van Marga Minco, Pastorale 1943 van S. Vestijk, De donkere kamer van Damokles van W.F. Hermans, De aanslag van Harry Mulisch, Het verdriet van België van Hugo Claus, De vergelding van Jan Brokken, Wil van Jeroen Olyslaegers en het gedicht De achttien dooden van Jan Campert.


Onderwerpen


Schrijvers


Teksten

Ferguut

auteur onbekend, ca. 1250, Vlaanderen

Lesmateriaal